HP Headquarter » Fanfiction

Harry Potter en het Zwaard der Zeven Rijken - Matt
HET VERLIES


Disclaimer: Harry Potter is niet van mij, dit is volledig non-profit, dus klaag me niet aan (ik heb geen idee waarom je dat zou willen doen, maar ik zeg het toch maar even). Het grote brein is natuurlijk J.K. Rowling, ik ben haar oneindig veel dank verschuldigd.

*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*

Het was nacht in de Ligusterlaan, overal heerste doodse stilte en de enige vorm van beweging die was te zien was het zacht heen en weer gaan van de kaarsrechte bomen in de voortuinen van haar inwoners onder invloed van een zacht zomerbriesje.

De pasgewassen auto’s glinsterden in het maanlicht en niets wees er ook maar in de geringste zin op dat de oorlog aan de gang was. Want deze oorlog was onzichtbaar voor de mensen in deze buurt, maar toch hadden ze er veel mee te maken. De oorlog draaide om het behoud van de vrijheid van deze mensen, maar zou zonder hun inmenging worden beslist. Slechts één jongeman in deze buurt wist wat voor gevaar ze liepen en om deze reden - maar waarschijnlijk ook om vele andere - lag hij niet te slapen, zoals de rest van de buurt, maar staarde hij met een zielloze blik uit het raam.

Deze jongeman was Harry Potter; hij was een tovenaar en werd in de tovergemeenschap ‘de jongen die bleef leven’ genoemd. Een titel die hij al verkreeg toen hij pas één jaar oud was; op die leeftijd probeerde een duistere tovenaar, met de titel Heer Voldemort, hem te vermoorden. Maar Harry overleefde deze confrontatie wonderbaarlijk genoeg en de duistere tovenaar leek van de aardbodem te zijn verdwenen. Harry kon hier echter niet meer blij om zijn; niet alleen waren zijn ouders omgekomen bij die aanval - beiden in een poging om Harry te redden - maar diezelfde duistere tovenaar was precies twee jaar ervoor herrezen. Hij had zelfs getuige moeten zijn van zijn herrijzenis, omdat Voldemort zijn bloed nodig had om zijn lichaam terug te krijgen met een speciale toverdrank.

Tovenaars leefden tussen de normale mensen, maar hielden hun ware identiteit goed verborgen. Daarvoor was zelfs een Ministerie van Toverkunst opgericht, dat ervoor moest zorgen dat de Dreuzels - de niet magische bevolking – er nooit achter zouden komen dat de tovenaars bestonden. Tot nu toe waren ze daar goed in geslaagd, al moest men af en toe wel wat geheugens modificeren, omdat een Dreuzel dan iemand op een bezemsteel had zien vliegen. Want bezemstelen werden ook echt gebruikt als vervoermiddel en er was zelfs een sport genaamd Zwerkbal, waar men op bezemstelen speelde.

Harry was pas op zijn elfde te weten gekomen dat hij een tovenaar was, sindsdien had hij echter geen moment van rust meer. Niet alleen probeerde Voldemort hem constant te vermoorden, zelfs toen hij nog geen echt lichaam had, maar ook door alle aandacht die men voor hem had, omdat hij werd gezien als de held van de toverwereld.

Tot zijn elfde woonde hij namelijk bij zijn oom en tante, de Duffelingen, die hem in huis hadden genomen na de dood van zijn ouders, maar ondanks dat alles behalve vriendelijk tegenover hem waren. De Duffelingen waren Harry’s enige levende familieleden (tante Petunia was de zus van Lily, de moeder van Harry), dus had hij nergens om naar toe te vluchten. Ze waren Dreuzels, niet magische mensen en ze hadden ook nog eens een hekel aan alles wat met magie te maken had, dus ook aan Harry, eigenlijk vooral aan Harry. Hij moest leven in een bezemkast onder de trap en ze verzwegen hem ook nog eens de waarheid.

Ze hadden hem nooit verteld dat hij een tovenaar was en zijn ouders zouden volgens hen zijn omgekomen bij een auto-ongeluk. Zijn jeugd kon het beste worden omschreven als miserabel; de zoon van de Duffelingen, Dirk, erfde de haat die zijn ouders voor Harry koesterden en zorgde ervoor dat hij nergens echt bij kon horen. Hij sloeg namelijk iedereen in elkaar die alleen maar al ‘hallo’ tegen Harry zei. Waarom de Duffelingen hem toch in huis hadden genomen was nog steeds een raadsel voor Harry, maar niet een waar hij zich echt druk over maakte.

Op zijn elfde verjaardag kreeg hij echter na veel nutteloze pogingen van de Duffelingen om dat te voorbomen een brief van Zweinstein, Hogeschool voor Hekserij en Hocus-pocus. Zweinstein was binnen een paar dagen al meer zijn thuis geworden dan de Ligusterlaan ooit was geweest.

Hij zou het liefst ook de zomervakanties op Zweinstein doorbrengen, maar de school was ten eerste gesloten in de zomervakanties en hij was ten tweede in dit huis beschermd voor Heer Voldemort, dankzij de bloedverwantschap van Harry en zijn tante en een stuk oeroude magie die door Harry’s moeder was opgeroepen, toen ze haar leven gaf voor Harry. Dit was de eerste keer in zes jaar dat hij echter niet verlangde naar het veilige kasteel; hij had belangrijkere dingen te doen, het was zijn taak om Heer Voldemort te vernietigen en niemand anders kon het doen. Zo sprak in ieder geval de profetie die Harry van zijn pas overleden hoofdmeester te horen had gekregen; en dat was ook meteen de andere reden dat hij dit jaar niet meer terug wilde gaan naar Zweinstein.

Het verlies van zijn Hoofdmeester Albus Perkamentus dreunde nog door in zijn hoofd en op Zweinstein zouden er alleen nog maar meer herinneringen komen. Perkamentus was namelijk meer dan een hoofdmeester voor Harry, hij was ook zijn beschermer, onderwijzer, vriend en zelfs een vader. Met deze treurige gedachte in zijn hoofd staarde Harry dus in de heldere nacht.

Plotseling werd de rust verstoord door een kleine uil die door de lucht kwam suizen naar de kamer van deze jongeman - voor zijn vertrek naar Zweinstein had hij Dirks tweede slaapkamer gekregen. Hij opende snel het raam en liet het uiltje binnen. Ongeduldig maakte hij het briefje dat aan de poot van het uiltje vastzat los, maar werd daarbij dwarsgezeten door het uiltje zelf dat constant opvloog van de tafel. Toen het uiltje eindelijk was gekalmeerd, haalde Harry het briefje van zijn poot en bracht hem naar een kooi in de hoek van de kamer, waar ook al een grote sneeuwwitte uil in zat.

‘We hebben bezoek, Hedwig,’ zei Harry en de grote uil beet even zacht in Harry’s vinger als teken van goedkeuring en maakte vervolgens plaats op haar stok.

Het kleine uiltje, met de vreemde naam Koekeroekus, zat zo te zien nog vol energie, maar Harry besloot hem toch een nachtje rust te gunnen en gooide meteen wat uilenvellen voor Hedwig en Koe in de kooi. Hij maakte de brief open en er viel nog een kleine envelop uit; Harry besloot eerst maar eens de eerste brief te lezen.

Beste Harry,
Ik heb meteen aan mijn vader gevraagd hoe lang je bij de Dreuzels moest blijven, nadat ik je brief had ontvangen. Hij weet het zelf niet, maar hij heeft beloofd het vanavond aan de Orde voor te leggen, ook al weet hij niet zeker of er iemand is die het weet na het overlijden van Perkamentus begrijp je. Maar het kan niet lang meer duren, ik bedoel twee weken moet toch wel genoeg zijn?. Ik betwijfel trouwens of je het hier wel veel beter zou hebben, met al die voorbereidingen voor het huwelijk. Ook al lijkt ma nu geen hekel meer te hebben aan Fleur, dat betekent niet dat we van haar dagelijkse tirades af zijn van haar klachten over wat Fleur nu weer anders wil doen. En dan zijn er nog die honderden uitnodigingen die ‘we’ moeten versturen; in de praktijk betekent dat dus dat ik en Ginny met dat rotklusje opgescheept worden. Herinner me eraan nooit te trouwen, ik word helemaal gek hier.
Houd nog even vol!
Ron

P.S. Ik heb jouw uitnodiging voor het huwelijk maar alvast meegestuurd, dan zijn we daar tenminste ook weer vanaf

Harry zuchtte en maakte de uitnodiging open, las hem even door en ging toen op zijn bed liggen. Hij had al in geen weken meer goed geslapen, maar het kon hem ook helemaal niets meer schelen; hij wilde zo snel mogelijk aan de slag om Voldemort te vernietigen. Hij wist wat hem te doen stond: om Voldemort te vernietigen moest hij eerst alle Gruzielementen vernietigen, dit waren de voorwerpen waarin Voldemort delen van zijn ziel had opgeslagen in zijn poging om onsterfelijk te worden. Hij wist nog niet waar hij zijn zoektocht moest beginnen, maar hij had voor zichzelf besloten eerst naar het oude huis van zijn ouders te gaan op zoek naar aanwijzingen en om de graven van zijn ouders te bezoeken.

Zijn twee beste vrienden Ron en Hermelien hadden hem beloofd mee te gaan op zoek naar de Gruzielementen, maar hoe langer hij erover nadacht hoe stommer het hem leek om hun mee te nemen op deze gevaarlijke reis. Natuurlijk kon hij alle hulp gebruiken die hij maar kon krijgen; Hermelien met haar uitzonderlijke intelligentie en Ron met zijn loyaliteit en humor, maar het was te gevaarlijk voor hen. Ze waren er nog niet klaar voor.

Ze hadden hem weliswaar geholpen op het Ministerie toen hij zijn peetoom probeerde te redden uit de klauwen van Voldemort en ook hadden ze hem een maand geleden geholpen de Dooddoeners, de volgelingen van Voldemort, tegen te houden. Maar ze hadden nog nooit oog in oog gestaan met Voldemort en als de beveiliging voor de andere Gruzielementen net zo zwaar was zoals bij het Gruzielement waar Harry en Perkamentus naar op zoek waren gegaan, dan waren ze hun leven niet zeker.

De beveiliging was toen zo zwaar dat het uiteindelijk – weliswaar indirect – voor de ondergang van Perkamentus zorgde, door velen beschouwd als de grootste tovenaar van zijn tijd. Hij kwam tot een besluit, hij zou alleen op weg gaan zodra hij de Duffelingen mocht verlaten zou hij er alleen op uit trekken.

Ron en Hermelien zou hij achterlaten net zoals hij dat met Ginny had gedaan. Ginny was de zus van Ron en ook al had Harry het een maand geleden met haar uitgemaakt, hij hield nog zielsveel van haar; dat was uiteindelijk ook de reden geweest dat hij dat had gedaan.

Na nog een lange tijd voor zich uit te hebben gestaard, terugdenkend aan de gebeurtenissen van het afgelopen jaar, viel hij in een onrustige slaap met dromen over de Gruzielementen, Perkamentus en natuurlijk Ginny.

Hij werd wakker door oom Herman, die luid stampend en schreeuwend de trap op kwam.

‘HARRY POTTER, KOM ONMIDDELIJK NAAR BENEDEN!’

Zich afvragend wat hij nu weer had gedaan, liep Harry naar beneden om te zien waar oom Herman zo’n herrie om maakte. Hij glipte snel langs oom Herman die verbouwereerd bleef staan toen de deur van Harry’s kamer met een klap tegen zijn hoofd kwam.

In de woonkamer aangekomen kon hij zijn lachen niet inhouden, toen hij zag waarom de Duffelingen boos op hem waren. Dirk, die altijd al stevig was gebouwd - te stevig volgens Harry – was opgezwollen tot de grote van een volwassen nijlpaard.

‘WAT HEB JE MET DIRK GEDAAN! MAAK HEM ONMIDDELIJK WEER BETER!’ schreeuwde oom Herman weer naar beneden stampend, terwijl hij met zijn ene hand over zijn voorhoofd wreef.

Terwijl oom Herman schreeuwde, Dirk bleef gillen en tante Petunia alleen nog maar geluidloos haar mond open en dicht kon doen, begonnen de kleren van Dirk uit hun voegen te scheuren.

‘Nou ik zie geen verschil,’ zei Harry met een glimlach op zijn gezicht.

Harry had aan het begin van de vakantie overal snoep uit de winkel van Fred en George, door het huis gestrooid, in de hoop dat Dirk er wat van zou nemen. Dirk was nog steeds op dieet, dus zou hij elke kans aangrijpen om aan wat extra eten te komen.

Het verbaasde Harry dat het hem zo lang kostte om de Zweldropjes te vinden. Harry had ze namelijk verstopt op de plaats waar Dirk als eerste zou kijken, de snoepdoos in de keuken. Maar misschien was Dirk er al zo aan gewend geraakt dat die leeg was dat hij er niet meer in keek. Gisteren duurde het Harry het toch iets te lang en daarom had hij gedaan alsof hij snoep uit de doos haalde, terwijl Dirk met hongerige ogen de keuken inspecteerde.

Fred en George waren de tweelingbroers van Ron en hadden een winkel met allerlei fopartikelen, de Tovertweelingtopfopshop. Zo waren er Spijbelsmuldozen, om midden in de les een bloedneus te krijgen of over te geven, Zwijmelbezweringen waarmee je zonder dat iemand het aan je kon zien een dagdroom kon bekijken en nog veel meer artikelen die zowel grappig als handig waren. Het was allemaal ongevaarlijk en de werking was tijdelijk, maar het zorgde zeker voor een goede grap. En inderdaad, Dirk begon alweer te krimpen naar zijn normale omvang, dat niet eens zoveel scheelde met enkele minuten geleden.

Dit was net wat Harry nodig had, na al het slechte nieuws dat hij had gekregen. Oom Herman was echter nog steeds bezig Harry uit te foeteren, maar Harry had geleerd om dit grotendeels te negeren.

‘JIJ ONDANKBAAR SNOTJOCH, VOOR AL DIE JAREN DAT WE JE IN HUIS HEBBEN GENOMEN… IS DIT DE MANIER WAAROP JE ONS TERUGBETAALT?’ schreeuwde oom Herman en nu begon hij Harry toch op de zenuwen te werken.

‘Ja, dit is precies de manier waarop ik jullie terugbetaal, al die jaren van slavernij en onderdrukking,’ sneerde Harry, hij wist dat hij zijn woede onder controle moest houden, zowel voor de veiligheid van de Duffelingen als die van zichzelf, al gaf hij op dit moment niet veel meer om het eerste.

‘HOE DURF JE! WE HEBBEN JE AL DIE JAREN TE ETEN GEGEVEN, GEKLEED EN ONDERDAK VERLEEND EN IN RUIL DAARVOOR BLAAS JE ONZE ZOON OP, JIJ…’

Oom Herman had zo te zien genoeg van het uitschelden en kwam dreigend op Harry af. Harry pakte snel zijn toverstok en oom Herman deed weer snel een paar passen achteruit.

‘Je mag nog geen m-magie gebruiken,’ zei oom Herman, maar zijn woede was desondanks omgeslagen in angst.

‘Toevallig mag ik dat wel, oom Herman,’ zei Harry, ‘In gev kreunde Harry.

Op Zweinstein zou Madam Plijster hem daar binnen een paar seconden kunnen afhelpen, maar als minderjarige tovenaar mocht hij nog steeds niet toveren buiten school. Wees blij dat het deze keer niet je litteken is zei hij tegen zichzelf en hij kon de lach van ironie niet onderdrukken. Jammer genoeg verergerde het lachen de koppijn alleen maar en hij probeerde snel aan iets anders te denken. Harry had aan zijn eerste confrontatie met Voldemort een litteken over gehouden in de merkwaardige vorm van een bliksemschicht.

Twee jaar geleden deed dat litteken elke keer pijn als Voldemort een sterke emotie voelde, maar Voldmort ontdekte deze verbinding tussen zijn en Harry’s gedachtes en gebruikte het tegen hem. Hij deed Harry geloven dat zijn peetoom, Sirius in gevaar was en lokte hem naar het Ministerie van Toverkunst. Daar ontdekte Harry dat Sirius daar helemaal niet was, maar dat Voldemort hem erheen had gelokt om de profetie, die alleen door hem of door Harry zou kunnen worden opgehaald, te horen. Sirius was gekomen om Harry uit het nauw te helpen, maar was daarbij gestorven, een feit waar Harry nog steeds schuldgevoelens over had. Ook al wist hij dat Voldemort de enige echte schuldige was, hij kon niet vergeten dat Sirius was gestorven in een poging hem te redden.

Hij keek op zijn wekker en zag dat het al twee uur ’s middags was, hij had de hele ochtend slapend doorgebracht. Nou was er ook niet echt veel te doen rond het huis, behalve het opknappen van vervelende klusjes voor zijn oom en tante. Zijn oom en tante hadden hem vanaf het begin van de vakantie net als de vijf jaren ervoor straal genegeerd. Maar net als de andere vijf jaren was Harry daar juist blij om, al werd het na een tijdje toch wel deprimerend om met niemand te kunnen praten, mevrouw Vaals niet meegerekend.

Mevrouw Vaals was een Snul, een kind van magische ouders zonder magische krachten. Ze had jarenlang een oogje in het zeil gehouden op Harry, voordat hij naar Zweinstein ging. Ze woonde in dezelfde wijk als Harry en paste vroeger wel eens op hem op, als de familie Duffeling weer eens zonder hem wegging. In die tijd had Harry haar maar vreemd gevonden, ze hield erg van karren en daarom moest hij elke keer als hij daar kwam fotoalbums van al haar (reeds overleden) katten bekijken. Als Harry zich weer eens doodverveelde en de pesterijtjes van Dirk zat was, ging hij naar haar toe.

Tegenwoordig was het bij haar een stuk beter uit te houden, maar ja dacht Harry, alles was beter dan bij de Duffelingen te zitten. Dirk was het grootste deel van de tijd ‘buiten aan het spelen’ met zijn vrienden, wat vooral veel vernielingen en vechtpartijen inhield. Daardoor miste Harry zijn leukste tijdverdrijf van de jaren ervoor, het leven van Dirk zuur maken. Dirk wist ook dat Harry geen magie mocht gebruiken buiten school, maar hij was ook nog niet vergeten hoe Harry enkele jaren ervoor tante Margot, de zus van oom Herman had opgeblazen.

In een vlaag van woede was Harry toen zijn zelfbeheersing kwijtgeraakt en gebruikte hij toch magie. Wat gek genoeg niet resulteerde in zijn verwijdering van school, maar in een paar Duffelingvrije weken.

Maar praten met mevrouw Vaals was toch anders dan een gesprek met zijn vrienden. Hij ontdekte wel dat mevrouw Vaals goed verhalen kon vertellen, ze had zelfs Harry’s ouders nog goed gekend. In de tijd van de eerste oorlog tegen Voldemort zat ze ook bij de Orde van de Feniks, een groepering die tegen Voldemort vocht onder leiding van Perkamentus, net zoals Harry’s ouders. Ze vertelde hem ook over het huis in de Halvemaansteeg, waar zijn ouders woonden toen hij werd geboren. Voordat ze waren ondergedoken, was het huis een oase van vredigheid in de oorlog, althans dat was hoe mevrouw Vaals het beschreef.

Maar Harry miste iemand om over zijn gedachten te praten, mevrouw Vaals mocht immers niets weten over de Gruzielementen, dat waren de orders van Perkamentus. Hoe meer mensen over de Gruzielementen zouden weten, hoe groter de kans was dat Voldemort er achter zou komen. Dan zou Voldemort de Gruzielementen zo beschermen dat Harry geen schijn van kans meer zou maken. Bovendien was het ook nog gevaarlijk voor de persoon zelf, omdat Voldemort er niet voor zou terugdeinzen om te martelen en te moorden om uit te vinden wie zijn geheim had ontdekt.

De correspondentie met Ron en Hermelien had hem daar grotendeels overheen geholpen, maar de echt belangrijke onderwerpen konden ze niet bespreken, want er bestond altijd een kans dat een van hun uilen zou worden onderschept.

Dat bracht hem op een nieuw probleem: hoe kon hij Ron en Hermelien achter laten, zonder hun ongerust te maken? Als hij zomaar zou verdwijnen zouden ze misschien denken dat hij door Voldemort was ontvoerd, maar als hij bleef zitten waar hij was dan werd het nog moeilijker. Vanaf het moment dat hij op Bill en Fleurs bruiloft zou komen, zouden ze hem niet meer alleen laten en dan was er nog Ginny. Ook al zei ze dat ze begreep dat hij dit alleen moest doen, hij betwijfelde of ze ook echt van plan was hem te laten vertrekken, vooral mét Ron en Hermelien en zónder haar.

Nee, het beste was om niet naar de bruiloft te gaan, maar nu al te vertrekken. In een brief zou hij alles uitleggen. Ze moesten het wel begrijpen, dit was iets wat hij alleen moest doen. Hij mocht dan wel geen magie gebruiken, hij kon wel zo de Collectebus nemen en naar de Wegisweg gaan, maar wat dan...

Ron en Hermelien waren aan het begin van hun vervroegde vakantie met Harry meegegaan naar de Ligusterlaan. Volgens Ron om hem eraan te herinneren dat hij er niet alleen voorstond, maar Harry dacht eerder dat ze bang waren dat hij alleen zou vertrekken - wat hij nu dus ook van plan was. Zijn oom en tante wilden echter niet toestaan dat ze nog twee tovenaars in huis zouden hebben. Ron had nog aangeboden aan Harry om ze te vervloeken, want Ron en Hermelien waren intussen al meerderjarig en mochten dus toverkunst gebruiken buiten school. Maar magie gebruiken waar Dreuzels bij waren was echter nog steeds strafbaar en om zijn oom en tante niet nog woester te maken dan ze al waren vanwege zijn onverwachte aankomst, had hij Ron en Hermelien eerst maar naar huis gestuurd.

De bescherming waarover Perkamentus hem had verteld leek Harry namelijk te belangrijk om te riskeren, want dat kon wel eens het verschil worden tussen leven en dood. Ron en Hermelien hadden daar na een lange ruzie, nu eens niet met elkaar maar met Harry, mee ingestemd. Hermelien stond er echter op dat Harry met hun twee voorwaardes akkoord zou gaan. De eerste was dat hij elke dag zou schrijven en de tweede dat hij hun niet zou achterlaten om alleen achter de Gruzielementen aan te gaan.

Op dat moment kon Harry zich niet voorstellen hoe hij die gevaarlijke tocht in zijn eentje kon voltooien, dus had hij de twee voorwaardes aangenomen. Nu had hij daar echter spijt van, hij zou zijn belofte moeten verbreken. Ron en Hermelien zouden het hem waarschijnlijk nooit vergeven, maar hij zou het zichzelf nooit kunnen vergeven als hij verantwoordelijk was voor hun dood, omdat hij de opdracht die voor hem alleen was bedoeld niet alleen aandurfde.

Voor de tweede keer binnen twaalf uur werden zijn gedachten verstoord door een aanvliegende uil. Deze keer was het een grote bruine uil, met de Ochtendprofeet; Harry had zich er weer op geabonneerd, nu ze geen onzin meer over hem en Perkamentus schreven. Bovendien was het veel handiger om zo het nieuws te horen dan door in de bosjes te verschuilen om het nieuws op de tv te horen, zoals hij in de zomer twee jaar geleden had gedaan. Hij scande even de voorpagina en zijn blik viel op een klein artikel linksonder in de krant

ZOON VAN DOODDOENER VERMOORD
Draco Malfidus (16), zoon van de bekende Dooddoener Lucius Malfidus is gisterenavond dood gevonden in een steeg van Zweinsveld.
Vermoed wordt dat hij vermoord is door Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden of door een van zijn volgelingen. Er waren duidelijk sporen aanwezig van een Avada Kedavra vloek, maar er is niemand die dat kan bevestigen. Malfidus was volgens geruchten betrokken bij de moord op Albus Perkamentus door de nog steeds voortvluchtige Severus Sneep en volgens een van onze anonieme bronnen was hij zelf ook een Dooddoener.

Harry was ineens klaar wakker; hoe kon dit zijn gebeurd? Nee dit kon niet waar zijn… Draco Malfidus was Harry’s vijand op Zweinstein en hij liet geen kans onbenut om Harry en zijn vrienden uit te schelden of te vernederen. Maar dit... dit had ook hij niet verdiend, hij was pas 16 jaar, hij had nog een heel leven voor zich. Oké, hij was niet het beste van wat er op de aarde rondliep, maar hij was niet echt slecht. Malfidus was weliswaar inderdaad medeverantwoordelijk voor de dood van Perkamentus, maar in het heetst van de strijd bezweek hij en kon hij Perkamentus zelf niet vermoorden.

Waarschijnlijk was dat de reden dat Malfidus was vermoord, schoot het door Harry heen. Voldemort duldde geen zwakheid en was toch al op zoek naar wraak voor het vernietigde Gruzielement, dat Draco’s vader in Harry’s tweede jaar Zweinstein had binnen gesmokkeld. Harry had onwillekeurig toch medelijden met Malfidus; hij was geen echte moordenaar, maar de situatie had het onmogelijk voor hem gemaakt om anders te handelen. Waarschijnlijk was hij zelfs tegen zijn zin in Dooddoener geworden, want dat Draco een Dooddoener was, daar was hij nog steeds van overtuigd, al waren Ron en Hermelien daar sceptisch over geweest.

Hij was nooit echt moedig geweest, hij zou niet de kracht van Voldemort kunnen weerstaan als hij zou weigeren mee te werken. Nee, ook al had hij altijd al een hekel gehad aan Malfidus, als hij Voldemort zou vernietigen zou dat ook zijn voor Draco, al was het maar voor alle mensen die geen keuze hadden gehad in deze donkere tijden.

Harry had gedacht dat zijn haat voor Voldemort niet meer groter kon worden, maar hij vergiste zich. Hij verdiende het niet nog één seconde langer op deze aardbol rond te lopen; hoe sneller we van hem af zijn, hoe beter. Harry kon er niet meer tegen; hij kon hier niet meer rustig in zijn slaapkamer zitten, terwijl er ondertussen mensen werden vermoord. Hij zinde ook nog op wraak op Sneep, de moordenaar van Perkamentus.

Sneep was vijf jaar lang Harry’s leraar Toverdranken geweest en hij en Harry hadden vanaf het eerste moment dat ze elkaar zagen een hekel aan elkaar, al was het eigenlijk vooral Sneep die Harry haatte en Harry die hem om die reden terughaatte. Harry ontdekte later dat Sneep zo’n hekel aan hem had omdat hij en Harry’s vader, James, ook al een hekel aan elkaar hadden gehad. Sneep was vroeger een Dooddoener, nu nog steeds, hielp hij zichzelf herinneren, maar was voor de val van Voldemort teruggekeerd naar de goede zijde.

Na de herrijzenis ging hij zogenaamd voor de Orde van de Feniks spioneren in het vijandelijke kamp. Drie weken geleden had hij echter laten zien aan welke kant hij werkelijk stond en met een daad zo vreselijk dat er geen twijfel over kon bestaan, de moord op de leider van de goede kant.

Om zijn plan gestalte te geven sprong hij op van zijn bed werd hij zich weer bewust van de steeds erger wordende hoofdpijn. Harry besloot zich eerst maar op te frissen en liep naar de badkamer.

Hij pakte een aspirientje uit het medicijnenkastje en stak zijn hoofd onder de kraan en zette het koude water aan. De koelte van het water verzachtte de pijn in zijn hoofd enigszins. Hij keek in de spiegel en hij zag hoe slecht hij er uit zag. Hij was altijd al mager geweest, maar nu waren zijn wangen helemaal ingevallen en zijn gezicht was bleek. Zijn groene ogen waren dof en zelfs zijn zwarte haar dat altijd alle kanten op sprong was niet meer zo levendig, al kwam dat waarschijnlijk ook omdat hij net zijn hoofd onder de koude kraan had gezet. Toen hij weer terugging naar zijn kamer voelde hij zich alweer een stukje beter.

Het zou nu alleen wel lastig worden om het huis te verlaten voordat de Wemels hem zouden ophalen voor het huwelijk. Het huwelijk zou over een week plaatsvinden en als er niet een duistere tovenaar moest worden vernietigd, zou hij graag daarbij aanwezig zijn.

Hij besloot Ron maar te schrijven, om hem te zeggen dat het niet nodig was om hem op te halen bij de Duffelingen, maar dat hij de Collectebus zou nemen, omdat ze vast geen tijd hadden met alle voorbereidingen voor het huwelijk. Hij wist dat het een slappe smoes was en dat de kans dat Ron hem ook echt zou geloven vrijwel nul was, maar hij kon beter zo snel mogelijk iets ondernemen. Hij pakte een stuk perkament en een adelaarsveer en begon te schrijven:

Beste Ron,
Bedankt voor het snelle antwoord en ook nog voor de uitnodiging trouwens. Ik zat te denken om maar zelf naar jullie toe te komen, met al die dingen die jullie nog te doen hebben voor het huwelijk, is het waarschijnlijk beter als jullie geen tijd hoeven te verspelen om mij ophalen. Ik zal overmorgen de Collectebus nemen naar het Nest, ik zie je dan wel.
Harry

P.S. Heb je het gehoord van Malfidus?

Hij herlas de brief en controleerde of het niet verdacht klonk; hij liep naar de kooi van Hedwig en maakte Koe wakker. Hedwig die al wakker was knarste verontwaardig toen Harry de brief vastbond aan de poot van Koe.

‘Sorry Hedwig,’ zei Harry verontschuldigend, ‘maar ik kan jou niet sturen. We vertrekken over twee dagen, dus ik kan je nu niet meer weg laten gaan.’

Maar Hedwig keerde hem haar rug toe, zoals ze altijd deed wanneer ze zich beledigd voelde.

‘Laat ook maar…’ mompelde Harry. Hij stuurde Koe het raam uit en ging door met uit het raam staren, aangezien hij niets beters had te doen.

De hele middag verkeerde hij in een staat tussen slaap en wakker zijn, steeds achtervolgd door de dood van Malfidus. Harry begreep niet waarom de dood van zijn aartsvijand, die hij eigenlijk zou moeten haten, hem zo erg aangreep. Malfidus verdiende het niet om te sterven, die jaren van pesterijtjes wogen niet op tegen zo’n gruwelijk lot. Malfidus was altijd arrogant geweest, net zoals de rest van zijn familie. Ze dachten dat ze beter waren dan tovenaars die niet van puur bloed waren, Malfidus had Hermelien, die van Dreuzelafkomst was, meerdere malen uitgescholden voor Modderbloedje, het ergste scheldwoord voor tovenaars met Dreuzelouders.

Maar Voldemort was nu in een fase gekomen, waarop het hem zelfs niet meer uitmaakte of je van puur bloed was of niet. Het ging hem alleen nog maar om de macht, het puur bloed idee was slechts een manier om mensen voor zijn karretje te spannen. De Dooddoeners zouden uiteindelijk geen macht krijgen, Voldemort wilde altijd alles alleen doen en daar zou hij nu niet mee gaan stoppen. Hier zat volgens Perkamentus ook zijn grootste zwakte, Voldemort vertrouwde niemand en Harry die lief kon hebben zou hem daarom kunnen verslaan.

Hoe, dat wist Harry zelf ook nog niet, maar als Perkamentus erin geloofde dan zou hij er ook in geloven.

Wat hem echter het meest dwarszat, was dat hij zich niet zo makkelijk over de dood van een vijand heen kon zetten als hij had gedacht. Nu was Malfidus nog zijn minste vijand en voelde hij ook nog niet zoveel haat tegenover hem als tegenover bijvoorbeeld Sneep of Voldemort. Maar zou hij ook medelijden voelen als Sneep of zelfs Voldemort dood zou gaan? Het ging tenslotte nog steeds om een mensenleven.

Maar nee, dit was anders, dit waren mensen die al hadden gemoord, ze verdienden geen tweede kans meer. Op een ingewikkelde manier zou hij juist vele mensenlevens kunnen redden door ze te vermoorden, dit was niet de tijd om zwak te zijn. Voldemort moest dood, koste wat het kost.

Ondanks de ruzie tussen oom Herman en hem, kreeg hij om de avond toch nog wat te eten van tante Petunia. Dit verbaasde hem enigszins, omdat tante Petunia normaal gesproken precies deed wat oom Herman wilde, en dat was in dit geval zeker niet dat Harry eten kreeg.

Nu hij erover dacht was zijn tante nooit zo erg geweest, zoals oom Herman en Dirk waren. Hij herinnerde zich de brulbrief die Perkamentus in de zomer voor zijn vijfde jaar op Zweinstein had gestuurd, toen de Duffelingen Harry het huis uit dreigden te gooien. Hij vroeg zich nog steeds af wat tante Petunia nog meer wist over de toverwereld, haar zus was immers zelf een heks en die was ook nog eens getrouwd met een volbloed tovenaar. Maar op de bruiloft was ze al niet meer geweest, ze stond tenminste niet op de foto’s die Harry in zijn eerste jaar op Zweinstein van Hagrid had gekregen.

Hagrid was de sleutelbewaarder van Zweinstein, maar zat op het moment als het goed was weer bij de Reuzen – hij was zelf namelijk een halfreus – om ze ervan te overtuigen tegen Voldemort te vechten. De eerste poging, zo’n twee jaar geleden was jammerlijk mislukt, maar toen het nieuws kwam dat de oude leider was omgekomen bij een aanval, waagde Hagrid het er nog een keer op.

‘Da was wat Perkamentus zou hebben gewild,’ zo zei Hagrid het en hij had helemaal gelijk. Perkamentus mocht nu dan weg zijn, zijn geest en zijn plannen waren er nog altijd. Harry stond er niet alleen voor, al zou hij de reis alleen maken, zijn vrienden waren altijd bij hem. Niet fysiek, maar geestelijk en dat was genoeg.


wordt vervolgd...



Geef commentaar | Lees commentaar (2)
Geef commentaar
Naam
Email
Review


Je browser ondersteunt geen javascript, schakel javascript in of installeer een browser die wel javascript ondersteunt om de pagina goed te kunnen bekijken