HP Headquarter » Forum

Forum

FAQ - Register - Login

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One


Post new topic Reply to topic  [ 8 posts ] 
Author Message
 Post subject: The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One
PostPosted: 27 May 06 0:10 
Offline
Minister van Toverkunst
User avatar
 Profile

Joined: 23 May 06 17:52
Posts: 330
Location: Delft
A/N Dit is oorspronkelijk geschreven door Robin; voor de nieuwelingen, dit is een fanfic project geschreven door Robin, Robert en Matt. Het slaat helemaal nergens op, maar ach we moeten onze tijd toch ergens aan verspelen. Veel plezier ermee

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One!

Proloog

De Houthakker.

Het was rustig. Te rustig. Een man zat tegen een boom. Hij hoorde geen vogel fluiten, geen takken kraken. Hij hoorde zelfs de wind niet.

Hij dacht terug aan de ochtend. Het was een zonnige ochtend geweest, de zon kwam langzaam over de heuvel gekropen. Het dorp werd langzaam verlicht. Heel even had de man een silhouet op de heuvel zien staan, maar dat was snel weer verdwenen. Hij kreeg van zijn vrouw zijn lunchpakket, en ging op pad.

Met in zijn ene hand zijn lunch, en in zijn andere hand zijn bijl, begon de man het bos in te lopen. Na een tijdje gelopen te hebben, kwam hij bij de plek waar hij al dagen bezig was hout te hakken, want de winter kwam eraan.

Hij begon lekker in het zonnetje te hakken. Na een paar uur lag er al een hele stapel hout naast hem. Toen was het begonnen. Langzaam werd alles stil. De vogels hielden op met fluiten, de wind ging liggen. Je hoorde alleen nog de bijl van de man.

Hij besloot om even te gaan rusten. Het werd nog stiller. Er was geen geluid meer te horen. Opeens was er een knal. De man schoot omhoog. 'Wat was dat?', dacht hij. Het werd donker. Het werd steeds donkerder.

De man besloot dat het tijd was om terug te gaan naar het dorp. Hij liep harder dan normaal.

Plotseling klonk daar weer een knal. De man begon te redden. Hij wist dat hij niet meer alleen was. Hij zag schaduwen langs hem flitsen. De wereld begon om hem heen te draaien.

Na wat wel een eeuwigheid leek, kwam hij aan bij zijn dorp. Het was alleen niet zo vredig als die ochtend. De vlammen sloegen uit de huisjes, maar het dorp was verlaten.

Daar, op het plein, stond een donkere vlek, tenminste zo leek het. De man sloop dichterbij. Hij hield zich schuil achter muurtjes, onderwijl de vlammen ontwijkend. Hij gluurde om een hoekje.

Daar op het plein stond een man. De man had een zwart gewaad om, lange, zwarte laarzen, en in zijn rechterhand hield hij een soort stokje. Met dat stokje schoot hij vuur naar de omringende huisjes.

De houthakker werd kwaad. Dat was de man die zijn dorp verwoestte, de man die waarschijnlijk iedereen had vermoord. Woede kreeg bij de houthakker de overhand. Hij stormde op de man af, hief zijn bijl boven zijn schouder. Hij wilde het hoofd van de man splijten, zijn armen afhakken.

Maar voordat hij bij de man aankwam, botste hij tegen een onzichtbare barrière, en viel op de grond.

De man met de cape draaide zich om. Zijn gezicht was getekend. Op zijn voorhoofd zat een litteken. Zijn ogen zagen diepzwart, alsof ze oneindig diep waren. Er lag geen emotie in zijn ogen.

De man begon te praten. Zijn stem klonk onaangenaam, alsof er allemaal stekels in je huid prikten.

De man straalde één en al slechts uit. 'Wel, wel, wat hebben we hier', zei de man, 'je dacht toch niet dat zo'n nietig bijltje mij kon verslaan.' Er schoot vuur uit het stokje van de man.

Even dacht de houthakker een lichtje te zien, maar dat idee verdween al snel. 'Je vraagt je zeker af wie ik ben?'

'Ik ben Matt, maar ik word door veel mensen de Not So Fantastic One genoemd. Die naam is niet helemaal juist. Ik ben namelijk de Fantastic One. Ik, die alles kan. Ik, die hier het dorp verwoest. Ik, die al vele grootse daden heb begaan. Ik, die fantastisch ben. Ik, ben de Fantastic One, Ik ben The One, to rule them all!'

Terwijl hij dit zei, lachte hij heel gemeen. De houthakker werd bang. Hij had vele verhalen gehoord over de Not So Fantastic One.

De Not So Fantastic One hief zijn stok op. 'Nu ga je sterven!' De houthakker sloot zijn ogen. Dit was het dan. Dit was het eind. Hij zou zijn familie weer zien.

Hij wachtte. Er gebeurde niets. Hij keek op. Tussen hem en de Not So Fantastic One stond nog iemand. Een lange, sterk uitziende man, eveneens met een zwart gewaad. Ook hij had een stokje in zijn hand.

Die man verdedigde hem! 'Dit moet wel de echte Fantastic One zijn, dacht de houthakker. In de verhalen werd de Not So Fantastic One altijd verslagen door één van de Fantastic Two.

The Fantastic One zei tegen de houthakker: 'Wees niet bang, ik zal je redden. Ik ben Robin, een lid van The Fantastic Two'.

Zijn stem klonk vriendelijk, doch krachtig. Terwijl hij dit zei vuurde hij een rode lichtstraal op de Not So Fantastic One af. Die kon nog net op tijd afweren. Als antwoord stuurde hij een groene straal af.

De Fantastic One verdween en kwam achter de houthakker te voorschijn. Tot zijn verbazing werd de houthakker nergens door geraakt. Het leek alsof er een schil om hem heen zat. De Fantastic One schoot achter elkaar stralen op de Not So Fantastic One. Zo snel als hij kon ontweek die de stralen.

Toen kwamen er bomen tot leven en die vielen de Fantastic One aan. Die schoor vuurstralen op de bomen af, waardoor die vlam vatten. Snel schoot de Fantastic One touwen om de Not So Fantastic One af.

Gebonden en geketend lag die nu op de grond. De houthakker stond op. 'Bedankt', zei hij tegen de Fantastic One, 'ik dank mijn leven aan u. Wat kan ik als dank doen?'

'Ga in vrede'. Was het antwoord. Vertel iedereen hoe slecht de Not So Fantastic One is. Ik zal hem nu gevangen zetten. De gevangenis is de enige plek waar hij thuis hoort.' De Fantastic One pakte de gebonden Not So Fantastic One op, en verdween met een zachte plop.


Last edited by Matt on 18 Oct 06 15:28, edited 2 times in total.

Top
 

 Post subject:
PostPosted: 27 May 06 0:11 
Offline
Minister van Toverkunst
User avatar
 Profile

Joined: 23 May 06 17:52
Posts: 330
Location: Delft
A/N Dit hoofdstuk heb ik wel zelf geschreven; ik weet het, niet de lengte die je van me gewend bent maar ik hoop dat jullie het toch leuk vinden

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One!

Hoofdstuk 1: Het begin van het eind

In de gangen van Zweinstein liep een lange man met een nog langere witte baard met grote passen naar zijn kamer. Hij moest snel zijn, hij mocht niet gezien worden, anders zou alles voor niets zijn geweest.

Enkele minuten geleden was hij ontsnapt aan de dood. Het had nooit zo ver mogen komen, hij had hem nooit de kans moeten geven. Hij versnelde zijn pas en pakte zijn toverstok. Hoogstens tien minuten had hij om alles klaar te maken voor zijn vertrek.

Hij liep zijn kamer binnen en met een krachtige zwiep van zijn toverstok verdwenen enkele van zijn meest waardevolle bezittingen. Zijn feniks, zijn aantekeningen over Zwarte Magie en niet te vergeten zijn snoepdoos, gevuld met zuurtjes.

Deze man heette Matt, op zijn schouders rustte de druk om de wereld te redden. Hij was de leider van de Orde van The Fantastic One, maar die Orde had net een zware tegenslag gekregen, toen de man die hij had beschouwd als zijn rechterhand was overgelopen naar de duistere zijde.

Matt snelde de trappen af en gebruikte de gang achter Robin de Gehangene om uit te komen onder de Astronomietoren, waar het drama zich had voltrokken. Met een uiterst complexe toverspreuk transfigureerde hij een flubberwurm in een evenbeeld van zichzelf.

'Avada Kedavra!' fluisterde hij haast onhoorbaar. Hij moest even slikken toen hij zichzelf daar dood zag liggen, maar hij was nu al zo ver, hij kon niet meer stoppen. Wraak was op zijn plaats en alleen op deze manier kon hij zich revancheren op Robert, de verrader!

Hij haalde een gouden medaillon uit een van zijn zakken en legde die open neer naast de levensloze vorm. Robin moest weten hoe de vork in de steel zat, hij had er alle vertrouwen in dat hij slim genoeg was om het bericht te ontcijferen.

De wereld was niet meer zoals hij ooit was, er was geen plaats meer voor zwakkeren, de sterksten zouden overleven en hij zou er persoonlijk voor zorgen dat dit zou gebeuren. Alleen zo kon de wereld worden gered -

Nadat hij een voor mensen onhoorbare toon had gefloten kwamen er zwarte paarden uit de bossen tevoorschijn. Snel slingerde Matt zich op het voorste paard.

'Naar het kasteel van Voldemort,' zei hij tegen het paard en hij verdween in de duisternis.


Na een lange reis was hij aangekomen bij een duister kasteel in de bossen van Albanië, waar Heer Voldemort zijn hoofdkwartier had gevestigd.

Een man met blond haar kwam op hem afgelopen. Matt steeg af van zijn paard en stuurde hem terug naar Zweinstein.

'Lucius, mijn goede vriend. Haal de Heer van het Duister, ik heb zeer belangrijk nieuws voor hem.'

'Natuurlijk, The Fantastic One. Uw wens is mijn bevel,' zei Lucius en hij verschijnselde naar het kasteel. Matt was vermoeid door de lange reis en het was gevaarlijk om in slechte conditie te verschijnselen, dus daarom liep hij maar naar het kasteel.

Luttele secondes later kwam Heer Voldemort hem tegemoet. Matt sudderde toen hij hem zag, het was dat hij hem nodig had anders zou hij hem nooit willen zien. Het was niet dat hij bang voor hem was, daar had hij geen reden toe, het was dat het aanblik van Heer Voldemort zo afschuwelijk was.

Met zijn rode ogen en witte gelaatstrekken leek Voldemort net een oversized albino konijn en Matt kreeg altijd kotsneigingen als hij hem zag. Bovendien was hij ontzettend arrogant en dat terwijl hij maar een nietige tovenaar was vergeleken met hem.

'Wat is er zo belangrijk dat je me midden in de nacht durft wakker te maken?' vroeg Voldemort.

'Ik dacht dat je nooit sliep, Marten,' counterde Matt. Voldemort sidderde even bij het horen van die naam, maar hij bracht er niets tegenin.

'Oké, we zitten diep in de problemen. Robert is overgelopen naar de duistere zijde en als we niet opschieten zal Robin dat ook doen. Onze eerste prioriteit is Robert uit te schakelen, hij weet te veel. Maar dat zal ik zelf doen, ik heb nog een appeltje met hem te schillen. Hij heeft net geprobeerd mij te vermoorden, maar gelukkig wist hij niet van de Rosalus drank die mij beschermt tegen de Avada Kedavra vloek -'

'Wanneer geef je mij nou eindelijk dat toverdrankenboek met die drank?' viel Voldemort hem in de rede.

'Als je eindelijk weet wanneer je je grote mond moet houden. Voor de duizendste keer, die krijg je pas als je de Uitverkorene hebt gevonden.'

'Maar we weten niet eens of die wel bestaat. Het is van essentieel belang dat ik ook beschermd ben tegen de Vloek des Doods, je weet dat we het niet kunnen hebben als Robin al mijn krachten erft als ik sterf,' sputterde Voldemort.

'Kom op, mijn waarde vriend. Jij en sterven! Dat is onmogelijk, Robin zal pas al je krachten krijgen als hij al je Gruzielementen heeft vernietigd en we weten allebei dat hoe slim hij ook mag zijn, hij nooit zal kunnen wedijveren met onze intelligentie. Hij wordt te veel geleid door zijn hart, maar juist daarom hebben we hem nodig. Laten we naar binnen gaan, ik begin het koud te krijgen,' sprak Matt, alsof hij aan een kleuter uitlegde dat één plus één twee is.

Hij begon zich te ergeren aan het gedrag van Voldemort, maar de tijd was nog niet rijp om hem uit de weg te ruimen. Er verscheen een grijns op zijn gezicht, toen hij zich voorstelde hoe Voldemort zou kijken als hij erachter kwam dat hij slechts een pion was in zijn spel.

Voldemort vatte deze grijns terecht op als een belediging en liep boos weg.

Binnenkort, mijn vriend, binnenkort, dacht Matt en hij volgde Voldemort het kasteel in.


Top
 

 Post subject:
PostPosted: 27 May 06 0:12 
Offline
Minister van Toverkunst
User avatar
 Profile

Joined: 23 May 06 17:52
Posts: 330
Location: Delft
A/N Dit hoofdstuk is van Robert, en ja hij is altijd lang van stof. Enjoy!

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One!

Hoofdstuk 2: De indringer.

Het was nacht in het bos. Zachtjes blies de wind over de kale kruinen van de bomen, maar verder was het stil. Een onaangename stilte, alsof al het levende uit het bos gezogen was.

Het was er doods en verlaten. Niemand zou vermoeden, dat door in het bos een persoon slenterde. Hij was klein en mager. Zijn haar was vettig en er zaten grote wallen onder zijn ogen, alsof hij in geen eeuwen meer geslapen had.

Desondanks was hij scherp en alert. In zijn hand had hij een toverstaf, die hij krachtig vasthield, voorbereid op een mogelijke aanval. Maar deze kwam niet. Hij liep verder zonder ook maar iets of iemand tegen te komen.

De man heette Robert. Hij behoorde tot de fantastic two's. Samen met zijn vriend Robin streed hij tegen het kwaad in de wereld. Met name Voldemort, die veruit de machtigste tovenaar op aarde was, vormde een grote bedreiging.

Deze was erop gebrand al het goede uit de wereld te verbannen. Hij wilde iedereen, die niet zuiver toverbloed bezat, uit de weg ruimen en iedereen die zich tegen hem verzette zou hetzelfde lot volgen.

Naast hen, was er nog een vierde belangrijke tovenaar, Matt. Matt was een groot, maar mysterieuze magier. Hij bekommerde zich weinig om de strijd tussen goed en kwaad en ging altijd zijn eigen gang.

The fantastic two's bezochten hem regelmatig om te spreken over de gang van zaken in de wereld. Het viel hen op, dat hij de laatste keren, dat ze hem zagen, erg veranderd was.

Plotseling begon hij zwarte kleding te dragen, in plaats van zijn kleurrijke gewaden, die hij normaalgesproken droeg. Zijn huid had niet meer de gezonde, lichtbruine tint, maar was grauw en bleek geworden en steeds vaker gaf hij te kennen geen tijd te hebben voor ontmoetingen.

Robin en Robert meenden, dat hij zich zorgen maakte om de toegenomen macht van Voldemort en dat hij zich daarom zo pessimistisch gedroeg. Ze dachten dat Matt er indirect iets mee wilde zeggen, zoals hij wel vaker deed: 'Voldemort moet nu worden tegengehouden, voor het te laat is!'

Ze besloten daarom een plan te maken. Robert zou afreizen naar het duistere kasteel van heer Voldemort en net doen, alsof hij zich vrijwillig aan hem over zou geven en hem voor de rest van zijn leven zou dienen. Omdat ze wisten, dat Voldemort een veel machtiger tovenaar was dan zij, moest Robert hem met een verrassingsaanval uit zien te schakelen, voordat Voldemort ook maar de gelegenheid had om te reageren, anders was het te laat.

Verassend genoeg, wist Robert hem gemakkelijk te overtuigen dat hij definitief was overgelopen naar zijn zijde en niets leek het plan nog in de weg te staan. Toen Voldemort daarna een enorm vervelend gesprek met Robert begon, over hoe goed hij wel niet kon toveren, hoorde Robert achter hem een stem:

'Zo, Robert, ik dacht dat je nooit overtuigd zou raken om te kiezen voor de donkere zijde.' Het was Matt. Grijnzend stond hij voor hem. Hij was in die tijd, dat Robert hem niet meer had gezien, nog witter geworden dan eerst.

Zijn ogen waren onnatuurlijk fel groen. Hij droeg een lang, zwart gewaad en onder zijn arm droeg hij een stapel met bloed bevlekte boeken. Robert was met stomheid geslagen. Hij had geen moment ook maar een vermoeden gehad, dat Matt was overgelopen naar de kant van Voldemort.

Toch probeerde Robert zo vriendelijk mogelijk terug te lachen (al moest hij daarvoor de grootste moeite doen). 'Matt', zei hij, 'ik heb eindelijk ingezien, dat de donkere kant voor mij het beste is. Er valt niet te winnen van heer Voldemort, dus dit leek me de wijste optie.'
Dat heb je zeer goed ingezien, mijn vriend.' Robert dacht dat Matt dat laatste een beetje spottend zei, maar hij leek niet op een reactie af te wachten en sprak verder. 'Ik ben op een gegeven moment de duistere kunsten gaan bestuderen, en kwam tot de conclusie, dat Voldemort het beste voor ons tovenaars te bieden heeft.' 'Daarom heb ik er in de vorige ontmoetingen ook niks over gezegd ik wist niet of ik jullie kon vertrouwen.'

'Het is je vergeven,' zei Robert en hij probeerde te glimlachen en hij leek Matt te hebben overtuigd, want hij verliet de kamer. Voordat hij de deur echter had bereikt, keerde hij zich om en zei: 'Wees voorzichtig, achter elke deur schuilt het gevaar. Ik ga nu slapen want morgen ga ik weer lekker een aantal Dreuzels uitmoorden.' En met een geheimzinnige grijns deed hij de deur achter zich dicht.

Robert voelde zichzelf ook erg moe, dus besloot hij om ook maar te slapen, ook om Voldemort te ontlopen, met wie hij het niet echt goed kon vinden. Hij liep de wenteltrap op, richting zijn slaapkamer, diep in gedachten over zijn plan. Maar voordat hij daadwerkelijk in slaap viel, dacht hij na, hoe hij zijn plan moest gaan uitvoeren. Hij had er immers geen rekening mee gehouden, dat er nog een kwade tovenaar aanwezig was in het kasteel. Hij besloot een gewaagd plan uit te voeren, waarvan de kans op succes aanzienlijk minder was, maar hij had geen andere keus. Ondanks zijn opwinding, was hij erg slaperig en al gauw viel hij in een diepe slaap.

Maar toen hij op een nacht om een uur of twee wakker werd, besloot hij het erop te wagen. 'Eerst maar Matt', dacht hij. Hij pakte zijn toverstok van het nachtkastje en sloop de lange, donkere gang op.

Hoewel hij zachtjes door de gang probeerde te sluipen, hoorde hij te houten balken meekreunen met zijn voetstappen. Even dacht hij aan het eind van de gang twee groene ogen te zien, maar ze waren in een oogwenk weer weg en Robert maakte zichzelf wijs, dat hij het zich had verbeeld.

Niet veel later kwam hij aan bij Matts kamer. Hij deed deur open, welke zo'n hard, kermend geluid produceerde, dat Robert zou zweren, dat zelfs een dove wakker zou zijn geschrokken.

Tot zijn opluchting zag hij echter, dat Matt nog zat te slapen. Voorzichtig sloop hij naderbij, zijn hand om zijn toverstaf trilde een beetje.

'Nu moet het gebeuren', dacht hij. Hij boog zich iets naar voren en riep: 'DE.....',
CRUCIO! Matt, was, voordat Robert er ook maar erg in had, van zijn bed opgesrongen, en uit zijn toverstaf kwam een knetterende, blauwe straal, die Robert op een haar na miste.

Robert wist, dat hij nu gevaar liep en zijn vermoeden werd bevestigd. Hij vluchtte snel naar de gang en zag al de enorme gedaante van heer Voldemort verschijnen.
Hij probeerde Robert de vervloeken. AVADA KEDAVRA!, schreeuwde hij uit, maar Robert was al te ver weg om hem nog te raken. Hij dacht maar aan een ding: Rennen, weg hier.'

Gelukkig was Voldemort vrij traag en al gauw wist hij hem van zich af te schudden. De wenteltrap liet hij al gauw achter zich en snel was er van het lelijke konijnachtige gedaante van de gabber niets meer te zien. Robert bleef rennen, zonder te bedenken waar hij in godsnaam naartoe ging. Plotseling hoorde hij een dreun, gevolgd door een 'WHAAAAAAAA' en daarna een merkwaardig geluid, wat hem nog het meest moest denken aan St. Filemons scheetzak, die je voor zes knoeten bij de toverfopshop kon kopen.

Op een gegeven moment was hij aangekomen bij een grote zaal met een enorme haard en een spiegel aan de wand. Onder de spiegel stonden zwart versierde tekens, die samen het woord 'DAARREV' vormden. Maar er was nog een persoon in de kamer. Achter hem hoorde hij gelach en zag in de spiegel wie het was: Matt. Hij keek hem spottend, maar tegelijkertijd woedend aan. 'Ik wist het', mompelde hij. 'Eens een not-so-fantastic-one altijd een not-so-fantastic-one.' 'Ik had je door Robert, maar moest afwachten, totdat dat stomme konijn er niet bij was.' 'Ik sta nog aan jouw kant.' 'Echt waar?', vroeg Robert, die zijn toverstok liet zakken. 'Nee natuurlijk niet sukkel! CRUCIO.' Het leek alsof er een TGV sneltrein tegen Roberts lichaam aanknalde. Hij maakte een halve draai, smakte tegen de grond neer en voelde een onbeschrijvelijke pijn. 'Matt begon te lachen (alweer). 'MUAHAHAHHAHA, je bent geen partij voor mij, klein zielig tovenaartje.' Zelfs een Huffelpuf eersteklasser biedt nog beter partij.' Robert lag nog steeds kermend van de pijn op de grond in een zielig hoopje. Toch wist hij met al zijn kracht zijn toverstaf vast te houden. Het was zijn enige kans om te ontkomen.

Zijn blik viel op de spiegel. Hij zag Matt achter hem al zijn toverstok pakken om zijn 'klusje'af te maken. Even dacht Robert dat hij hopeloos was, maar toen kreeg hij een idee. Hij richtte met al zijn resterende kracht zijn toverstok in de spiegel en sprak de eerste spreuk uit, die bij hem te binnen schoot. 'FINITE INCANTATEM!!!' De bliksemschicht die uit zijn toverstaf kwam, weerkaatste tegen de spiegel en vloog recht op Matt af. Deze verstijfde onmiddelijk en viel met een doffe dreun op de vloer.
De pijn verdween onmiddelijk. Robert krabbelde overeind en liep half lachend, half beangstigend richting de poort. Bij de wenteltrap aangekomen, zag hij het Albinokonijn (Voldemort) bewusteloos op de grond liggen. Blijkbaar was hij van de trap gevallen. 'Man!' dacht Robert, 'Hij is zelfs nog dommer dan ik dacht.'

'Jij daar, staan blijven!' Achter zich hoorde Robert een onschuldig piepstemmetje. Het bleek een huiself te zijn, samen met nog een paar andere van zijn soortgenoten. Ze waren mogelijk nog lelijker dan Voldemort zelf. Ze hadden een kromme, met puisten bezaaide neus , die ongeveer even groot was als hun tomaatvormige hoofd. Hun tanden, voor zover ze die hadden, waren donkergeel (bijna zwart) en ze verspreidden de geur van bedorven haringen. 'Dacht je dat ik daar echt zin in had?', zei Robert, maar hij wachtte niet op een antwoord en sprintte naar de poort. De slome elven deden hun best om hem bij te benen, maar verloren hem al gauw uit zicht.

Hij was er, blies de poort op, omdat hij op slot zat en rende snel naar het kwade bos, dat bij het kasteel lag. Hij verschool zich achter een struik, die gemeen met zijn doornen in zijn vel prikte en zag de huiselfen eraan komen. Met elkaar ruzie makend ('het was jouw schuld, we moesten hem besluipen!') en vloekend van de pijn (ze liepen met blote voeten over de doorns en gevallen naalden van de bomen) deden ze een poging tot zoeken.

Robert besloot stiekem verder te lopen en dat lukte aardig, omdat de elfen meer aandacht besteeden aan elkaar en aan hun voeten. Met zijn toverstok in de aanslag liep hij dieper het bos in, totdat het geluid van de elfen wegstierf en alleen de wind nog zachtjes huilde. Hij leek zich te concentreren en een oogwenk later was hij uit het niets verdwenen.


Top
 

 Post subject:
PostPosted: 27 May 06 0:14 
Offline
Minister van Toverkunst
User avatar
 Profile

Joined: 23 May 06 17:52
Posts: 330
Location: Delft
A/N Robin besloot zijn beurt een keer over te slaan, waardoor ik de volgende in de line-up was. Wie hierna komt weet ik niet, maar ik denk dat Robin verder wilde gaan, of niet soms :lol: .

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One!

Hoofdstuk 3: Vriend of vijand?

'Hé Voldje! Voldje, wakker worden,' Matt schudde Voldemort door elkaar, het enige antwoord dat hij kreeg was een zwakke kreun.

'Kom op zeg, mietje; het was maar een trap van 200 treden,’ vervolgde Matt terwijl hij naar de wasbak liep. Neuriënd vulde hij twee emmers met water; hij had geen blijvende schade ondervonden van zijn gevecht met Robert. De jongen was nog veel te zwak; al die training die hij hem had gegeven was nog niet genoeg geweest. ‘Jammer,’ dacht hij bij zichzelf, ’ik had wel wat meer tegenstand verwacht, hij had nog zelfs moeite met de huiselven.’ Lachend draaide hij de kraan dicht, dit kon nog best leuk worden.

PLENS! Matt had de emmer met water over Voldemort heen gegooid die nu proestend overeind kwam.

‘Waar was dat nou voor nodig,’ riep hij trillend.

‘Nou,’ zei Matt peinzend, ‘kijk, je werd maar steeds niet wakker en we hebben nog werk te doen.’ Hij pakte de tweede emmer…

PLENS!

‘Hé ik ben al wakker.’

‘Ja weet ik, maar die was omdat je zo stinkt.’

‘Ik stink helemaal niet!’

‘Nou dan was het omdat je lelijk bent.’

‘Ik ben helemaal niet lelijk!’

‘Ja, wat jij wilt…’

Na de noodzakelijke nederlaag van gisteren was het tijd om het tweede deel van het nieuwe plan in werking te stellen. Hij moest toegeven dat het een bittere teleurstelling was geweest toen Robert het nodig vond hem te verraden, maar nu hij er goed over nadacht was dat eigenlijk het beste dat had kunnen gebeuren. Hij zou nu zeker naar zijn vriendje toe rennen om hulp te vragen, dat zou wel eens een heleboel tijd kunnen schelen.

Hij pakte zijn horloge.

‘Ah, het is tijd.’

‘Tijd waarvoor?’ zei Voldemort.

‘Ben jij nog steeds hier? Moet je niet wat huiselven gaan onthoofden of zo, ze hebben tenslotte Robert laten ontkomen.’

‘Ja,’ mompelde Voldemort, ‘ja, zeker.’ En hij liep onzeker weg.

*~*~*~*~*~*~*~*~*~*

‘Robert, wat is er gebeurd!’ Robin hielp de gehavende man de grot binnen.

‘G-Geen t-t-t-tijd, moeten weg. Pak spullen, is niet veilig. Matt verraad…’

Verward pakte Robin zijn toverstok en liet al hun spullen in de hutkoffer verdwijnen, dit was duidelijk niet de tijd om vragen te stellen. Het was een vreemde opdracht omdat de grot zo was betoverd dat niemand het kon zien, laat staan erin komen, behalve aan degenen met de Gouden Smiley op hun arm: de leden van de Orde van The Fantastic One, maar hij had geleerd dat hij Robert blindelings kon vertrouwen, bovendien voorspelde ‘Matt’ en ‘verraad’ weinig goeds. Ze verdachten hem al enige tijd van duistere zaken en hij zag de stijl van Matt in de verwondingen van Robert.

Matt was erg subtiel in zijn spreuken, waardoor elke spreuk vol effect had; hij had zelfs enige spreuken zelf ontwikkeld, waaronder de non-verbale spreuk ‘Bladiebla!’ een spreuk die langzaam alle energie uit een mens trok. Voor zover hij wist kenden alleen Matt en hijzelf deze spreuk, dus tenzij iemand achter hun geheim was gekomen, had Matt zich tegen hun gekeerd.

‘Laat me je even helpen. Tergeo! Curencio! Tergeo! Crucio!’ Robert viel kermend van pijn op de grond.

‘Eh… Sorry daarvoor, haal die twee spreuken altijd door elkaar.’

‘G-geeft niet,’ maar na dat gezegd te hebben viel hij bewusteloos op de grond.

‘Goede timing zeg,’ zuchtte Robin en hij toverde een stretcher tevoorschijn. Het was duidelijk dat ze hier zo snel mogelijk weg moesten, waarom wist hij niet en waarheen wist hij ook niet. Geen plek in de wijde omgeving was nog veilig, vooral nu Matt niet meer aan hun kant stond. Toen Voldemort alleen regeerde was het al erg, maar toen waren Zweinstein en Zweinsveld tenminste nog veilig, maar daar had Matt vast al verandering in gebracht. Opeens wist hij het.

‘Eureka!’ riep hij.

‘Wat een blijheid zeg,’ een man kwam klappend de grot in, ‘applausje voor jezelf zou ik zeggen, maar wat jammer dat het een beetje te laat is.’

Robin slingerde Robert op zijn rug en probeerde te vluchten.

‘Petrificus Exemplus! Tsk, tsk, wat heb ik je nou geleerd. Keer nooit je rug naar je tegenstander toe.’

‘Wat moet je?’ zei Robin, die zijn verstijfde benen tevergeefs probeerde te bewegen.

‘Nou, nou, Robin; waar zijn je manieren, zeg dan op zijn minst “goedendag, hoe maakt u het, meester”. Zijn al die jaren van opvoeding dan echt verspild geweest?’

‘Wat moet je?’ herhaalde Robin.

‘Tja, wie zal het zeggen? Je zou zeggen dat ik je kwam vermoorden samen met die zielige vriend van je, maar dat is niet zo,’ zei Matt, die opeens vele jaren ouder leek bij het spreken van deze woorden. ‘Er is iets dat je moet weten, ik heb de goede kant niet verraden.’

‘Leugenaar, je hebt Robert bijna vermoord.’

‘Nou technisch gezien heb ik hem alleen maar getraind.’

‘Je weet net zo goed als ik dat ‘Bladiebla!’ dodelijk kan zijn en gezien de snelheid waarmee Robert zijn energie verliest heb je je niet ingehouden.’

‘Pratentere!’ Robert kwam weer bij bewustzijn, ‘Zo nu blij? Ik weet heus wel hoe sterk mijn spreuken zijn en bovendien heeft de nieuwe modificatie een beveiliging tegen totale leegloop van energie, wat je had kunnen weten. Ik heb het je niet zo lang geleden nog verteld, of lag je toen weer te slapen.

Robin werd rood, hij had de laatste ontmoetingen inderdaad wat minder opgelet dan normaal, maar dat kwam niet door een slaaptekort…

‘Gaat het al weer Robert?’ vroeg Matt bezorgd, ‘Er zijn een paar dingen die ik jullie moet vertellen. Leg hem maar op bed, hij heeft slaap nodig.’

‘Nou vertel maar op, zou ik zeggen, ik ben benieuwd naar je verklaring,’ zei Robin ongeduldig, hij vertrouwde de situatie nog steeds niet, maar iets binnen in hem zei hem dat het wel goed zat.

‘Nee.’

‘Hoe bedoel je, ‘nee’?” vroeg Robin verbaasd.

‘Je zult even moeten wachten tot Robert weer bij bewustzijn is, ik heb geen zin om alles twee keer te zeggen. Bovendien heb ik nu ook wel slaap, dus laten we het maar weer voor gezien houden voor vandaag.’

‘Geef me dan tenminste een bewijs dat ik je kan vertrouwen.’

‘De beste reden die ik je kan geven is dat ik jullie twee nog niet vermoord heb, maar morgen wordt alles duidelijk, dat verzeker ik je.’


Last edited by Matt on 8 Jan 07 22:14, edited 2 times in total.

Top
 

 Post subject:
PostPosted: 27 Aug 06 15:18 
Offline
Minister van Toverkunst
User avatar
 Profile

Joined: 23 May 06 17:52
Posts: 330
Location: Delft
A/N Nadat ik Robin eindelijk zo ver had gekregen verder te gaan met het verhaal, is het nu dan zover. TFTvsTFO gaat verder, Robert is de volgende die aan de beurt is. Btw. Celaglar is vergeten dat Voldemort nu Casimir heet, maar ik heb geen zin om het te verbeteren


The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One!

Hoofdstuk 4: De Rattenvanger van Hamelen.

Robin legde Robert neer op de grond. Hij vuurde onverwacht een zeer krachtige spreuk op Matt af, waardoor die van zijn sokken afgeblazen werd. Matt klapte tegen de muur en begon één te worden met de dikke bakstenen. Robin begon een andere spreuk te mompelen, en een wit licht begon om hem heen te schijnen. Toen begon Robin rond te tollen om zijn as. Steeds sneller en sneller. Uiteindelijk stopte het tollen en het witte licht verdween. Zijn zwarte gewaad was nu verdwenen en daarvoor in de plaats was er een blauw kostuum met een rode cape verschenen. Op zijn borst stond een grote F. Robin pakte Robert op en liep naar de rand van het bos. Hij sprong op en vloog de nacht in.

Robert deed zijn ogen open. Ver onder hem zag hij Delft voorbij vliegen. Hij lag over Robins schouder en hij merkte dat Robin degene was die vloog.
'Ik had nooit gedacht dat Superman echt bestond!' 'Dat doet hij ook niet, ik heb hem alleen bedacht als dekmantel. De Dreuzels mochten niet weten dat ik degene was die ze steeds redde, omdat ze niet mochten weten dat magie bestond. Die Dreuzels zijn zo gelovig dat ze wel in buitenaardse wezens die de mensheid komen redden geloven. Er draait nu zelfs weer een film over mij in hun bioscoop, dat is een grote zaal waar ze films bekijken. Ze noemen me zelfs Superman!'

Robin bracht Robert naar een grot, vlakbij de stad Hamelen. Hier kunnen we denk ik wel een paar dagen rusten, niemand die ons hier lastig zal vallen. Ze liepen de grot in en ontstaken een lichtje aan het einde van hun toverstaf. Plotseling zagen ze allemaal ogen, net buiten de lichtbundel van hun staf. 'Ik vraag me af wat hier allemaal leeft,' zei Robert. 'Lumos Maximum,' riep Robin en opeens was de hele grot fel verlicht. Ze zagen allemaal kleine kinderen verschrikt hun ogen bedekken. Op een stoel zat een man, met een fluit in zijn handen. Naast hem lag een toverstaf. 'Wat doen jullie hier in mijn grot?' vroeg hij. Robin herkende de man, en vuurde gelijk touwen op hem af, waardoor hij vastgebonden zat. De kinderen, eenmaal aan het licht gewend, vielen Robin en Robert aan. Robert wist hen allen tegen te houden met één simpele schildspreuk. 'Waarom bind je die man nou vast?' vroeg Robert. 'Herken je hem dan niet? Dit is de rattenvanger van Hamelen, een tovenaar die eens Dreuzels geholpen heeft hun stad te reinigen van Ratten, maar toen ze hem zijn beloning niet gaven heeft hij als straf alle Dreuzelkinderen meegenomen naar deze grot, zodat de ouders hen nooit meer konden zien. Deze tovenaar hoort thuis in Azkaban, als het nog zou bestond tenminste. We zullen hem hier vastgebonden laten zitten, en de kinderen sturen we terug naar hun stad.'

Robert liep verward de grot uit, hij kon zichzelf wel voor zijn kop slaan dat hij die duistere tovenaar niet herkende. Op de schouwerschool was zijn verhaal zo vaak verteld, hij stond zelfs in de top 50 van meest gezochte tovenaars. 'Trek het je niet aan Robert, je bent gewoon nog verward door wat Matt met je gedaan heeft. Dit trekt wel weer weg.'


Matt was kwaad. De Fantastic Two waren hem alweer ontsnapt. Hij ijsbeerde door zijn kamer. Ik moet iets nieuws bedenken om die twee kwijt te raken. Ik moet ze echt zien te lozen.
Hij liep naar het raam. Buiten zag hij een paar kinderen zwerkbal spelen. Uit ergernis schoot hij een groene lichtstraal op hen af, alle kinderen vielen dood van hun bezem terwijl de bezem zelf gewoon doorvloog. 'Wat is er van je geworden?' vroeg Matt zich af. Zijn rechterhand was zwart geworden, een teken dat hij in en in slecht aan het worden was. Hij wist dat er nu geen terugweg meer was. Dat hij nooit meer de oude zou worden. Dat hij nooit meer gezellig met zijn twee vrienden kon kaarten, vooral omdat die twee vrienden nu zijn twee grootste vijanden zijn.

Matt liet Voldemort bij zich komen. 'Ik wil dat je die twee voor mij opspoort en een poging doet hen te vermoorden. Kom niet bij mij terug voor je geslaagd bent. Verdwijn nu uit mijn ogen!


Top
 

 Post subject:
PostPosted: 10 Jan 07 20:03 
Offline
Hoofd van Schouwerdepartement
User avatar
 WWW  Profile

Joined: 28 May 06 13:46
Posts: 491
Location: Delft
Hier is dan Roberts volgende hoofdtsuk:

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One!

Hoofdstuk 5 Het feest in de grot

'Spoor ze snel op, Voldemort, rust niet, voordat je weet waar ze zich bevinden.' 'Maar natuurlijk meester, uw bevel spreekt voor zich.'

Voldemort was allang blij om weg te gaan uit het slot. Hij voelde altijd een zekere spanning in de buurt bij zijn meester, die hem naar zijn mening maar minachtte. Vaak had Matt hem kansen gegeven om zich te bewijzen, en net zovaak zorgde Voldemort er weer voor, dat de kwade plannen van Matt op een haar na niet succesvol ten uitvoer werden gebracht.

Hij voelde dat dit zijn kans was om voor eens en altijd af te rekenen met zijn verleden. Met haastige passen liep hij de zaal uit (voor zover je het haastig kon noemen tenminste, want een goede conditie had hij niet), maar voordat hij de uit het zicht van Matt verdween, draaide hij zich om.

'Ik...ik zal u niet teleurstellen, meester', zei hij. En hoewel hij probeerde zelfvoldaan erbij te kijken, meende Matt angst in zijn ogen te zien, alsof deze missie voor hem het verschil tussen leven en dood zou betekenen. Na een korte blik in Matts ogen, keerde Voldemort zijn hoofd resoluut om en ging.

Verlegen staarden de kinderen naar de twee mannen in lange gewaden, die ze zojuist hadden bevrijd van hun gijzelnemer. Ze zeiden niets en de stilte werd alleen onderbroken door een paar meisjes, die doodzenuwwachtig zaten te giechelen.

'Ehhhh... hallo?' Probeerde Robert bij wijze van groet, waarbij hij door sommigen met een onverstaanbaar kreetje terug werd 'gegroet', maar de meesten hielden stijf van angst hun mond dicht. 'Ja, wat moeten we nu in godsnaam met deze kinderen beginnen!' zei Robert enigszins geirriteerd.

'We kunnen ze ook niet zomaar achterlaten, moet je kijken hoe verwaarloosd ze erbij zitten', zei Robin.

'Ja daar heb je inderdaad een punt, maar kunnen we ze dan niet terugbrengen naar de stad?', en hij keek vragend naar de groep kinderen.

En plotseling roept een van de wat oudere kinderen: 'Nee doe dat alsjeblieft niet! De rattenvanger is er, ondanks onze ontvoering, nog mateloos populair. Hij heeft ten slotte wel mooi de stad van de ratten gered. De bewoners zullen ons nooit vergeven als ze erachter komen hoe hij is toegetakeld, we zullen worden uitgescholden, getreiterd, gemarteld, verminkt, geketend, op de brandstapel...'

'Ja HO MAAR, ik heb de hint door', zei Robert.

'Weet je wat?', zei Robin, 'laat een van ons dan eerst in het stadje wat eten halen voor de kinderen en dan bekijken we later wel wat we gaan doen.' En zo gezegd, zo gedaan.

Terug in de grot konden de kinderen haast niet geloven wat die goeie oude Sint... eehh Robin allemaal had meegenomen: 125 zakjes smekkies in alle smaken, voor ieder twee flessen boterbier, verschillende soorten pudding, pakken chocokikkers en, om het feest compleet te maken, een stereoblaster met het nieuwste album van de witte wieven.

Toen de muziek werd opgezet, kwamen de eerst zo verlegen kindertjes uit hun schulp en een kwartiertje later zat iedereen de polonaise te dansen. Het bier deed zijn werk (er bleek per ongeluk dreuzelbier in plaats van boterbier te zijn ingekocht) en iedereen was al gauw dronken, waardoor de pret al helemaal niet meer stuk kon.

De kinderen waren door het dolle heen en de groep meisjes, die eerst nog zo zenuwachtig zaten te giechelen, kwamen lallend naar Robin en Robert toe en riepen: 'Heeeeeejj, jullie zijn toch toovenaars, kunnen jullie dan ook vuurwerk uit jullie stuk toveren??'

'Jaaaahaa, en of we dat kunnen!', schreeuwden Robin en Robert boven het gedreun van de witte wieven uit.

'Wooehaaaahaaa, wauw wat gooeeewd zeg, mogen we dat eens zien???'

'Dat is goeed!' Ondertussen hadden alle kinderen zich in een kring rondom Robin en Robert verzameld, ongeduldig op en neer springend om dit spektakel te aanschouwen. En zonder er bij na te denken schoot Robert uit zijn toverstuk een blauwe vuurstraal, die hoog in de hemel uiteenspatte, en een gigantische F (van fantastic) van kilometers lang in doorsnee, verscheen aan de hemel. Niet veel later schoot er uit Robins stok een al even grote 2 (van two...eehh ja, maar dat had je vast wel al zelf begrepen).

De wijde omtrek was helemaal blauw verlicht van het vuurwerk. Na dit grote spektakel viel langzamerhand ieder in de grot een voor een in slaap van uitputting en binnen een uurtje was het weer rustig in de grot.

Een mollige, grote man zwerft op een verlaten erf. Waar hij naar toe moet weet hij niet. Terugkeren is geen optie, dat zou bijna gelijk staan aan zelfmoord. Dezelfde gedachte blijft constant in zijn hoofd hangen 'hoe kan ik ze vinden, hoe kan ik ze vinden?' En net als de slaap van het lange reizen toeslaat, net als hij de zoektocht voor deze dag op wil geven, wordt het blauw. Overal waar hij kijken kan, is alles verlicht in een fel blauw licht.

En als hij opkijkt, ziet hij waar het vandaan komt. Een niet-normaal-grote F staat hoog verlicht voor de sterren. Op een helling in de verte, gaat een blauwe straal als een raket richting de maan, en spat naast de F uiteen in een 2. Opgewonden bonst zijn hart op en neer... hij weet waar ze zijn! 'Serpentem' mompelt hij en kronkelt de helling op.

'AAAAHHH.... MENEER DE TOVENAAR!' Nog dronken van het feest wordt Robin wakker met een tiental angstige kinderen voor hem. 'JE MOET HEM HELPEN, HIJ IS DOOD!' Niet wetend waar ze het over hebben wrijft hij de slaap weg uit zijn ogen en dan wordt het hem duidelijk waar het over gaat: De rattenvanger is spoorloos verdwenen. En vlak voor de plek waar hij geboeid was ligt Robert, levenloos op de grond. Zijn linkerarm ligt open en er sijpelt bloed uit...

_________________
Image
Image


Last edited by Celaglar on 10 Jan 07 20:06, edited 1 time in total.

Top
 

 Post subject:
PostPosted: 10 Jan 07 20:04 
Offline
Hoofd van Schouwerdepartement
User avatar
 WWW  Profile

Joined: 28 May 06 13:46
Posts: 491
Location: Delft
Matts nieuwe deel:

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One!

Hoofdstuk 6 Wie is er nou de sterkste?

In paniek probeerde Robin bij het lijk van zijn beste vriend te komen, maar al bij de eerste stap die hij verzette viel hij om, nog dronken van het bier. Twee van de kinderen probeerden hem weer overeind te hijsen en slaagden daar maar half in. Robin voelde zich hol van binnen en hij wilde iets doen, maar helder denken werd hem onmogelijk gemaakt door de combinatie van verdriet en alcohol.

In een waas van blinde woede haalde hij uit naar de grond, de pijn voelde hij niet eens maar de kinderen deinsden opeens geschrokken achteruit, waaronder de twee die hem vasthielden. Balancerend probeerde hij de situatie nog te redden, maar hij viel uiteindelijk voorover in een staat van bewusteloosheid.

*~*~*~*~*~*~*~*~*

Alles was volgens plan verlopen, handenwrijvend liet Voldemort het bewusteloze lichaam van Robert voor zich uit zweven. Natuurlijk had Matt bevolen de twee uit de weg te ruimen, maar eerst had hij nog wat persoonlijke akkefietjes te regelen.

Hij was nog niet vergeten hoe hij dankzij Robert via de stenen trap naar beneden was gevallen en daarvoor verdiende hij een passende ‘beloning’. Met Robin zou hij later wel afrekenen, die was toch nog steeds stomdronken en was zich bovendien waarschijnlijk al halfdood geschrokken bij het zien van Roberts lijk.

In werkelijkheid was hij als slang de grot binnengekronkeld om vervolgens de oude rattenvanger het hiernamaals in te sturen. Daarna had hij het lijk getransfigureerd zodat het op Robert leek. Dat zou die kindertjes weleens een trauma voor het leven kunnen bezorgen dacht hij, terwijl hij met een gemene lach een verlaten huis binnenstapte.

Hij bond het bewusteloze lichaam vast aan een stoel en verwijderde Roberts toverstok uit zijn mantel.

‘Ennervare!’ riep hij en hij richtte zijn toverstok op Robert.

‘Wa is er gebeur-‘ mompelde Robert nog steeds behoorlijk bedwelmd onder de alcohol.

‘Wij gaan eens een leuk gesprekje met elkaar houden, beste jongeman,’ zei Voldemort met een sinistere grijns. ‘Och, waar zijn mijn manieren. Wil je misschien wat te drinken, misschien iets te eten?’

Robert werd al misselijk bij de gedachte alleen al en kon nog net de braakneigingen tegenhouden.

‘Kippenpootjes met slagroom? Stoofpot met vla? Of wacht ik heb nog een overheerlijke ovenschotel van rundvlees in een saus van appelmoes met mayonaise in de oven staan.’

‘Nee, dan’ je - ben vegetarisch.’ zei Robert droog. Voor hij er iets tegen kon doen gutste de kots echter al uit zijn mond, bij de gedachte aan Voldemorts walgelijke voorstellen. De vieze smaak bleef in zijn mond hangen, maar hij voelde zich al wel meteen een stuk nuchterder. ‘Wa wil je van me, sslangenkop?’

‘Vrij weinig, ik heb de opdracht gekregen om je uit de weg te ruimen, maar waarom zou ik mezelf niet het genoegen gunnen daarvoor nog wat plezier te beleven aan jouw lijdensweg,’ zei Voldemort. ‘En denk maar niet dat dat zielige vriendje van je je komt redden, die ligt nog steeds laveloos in de grot waar jullie een stel zielige kinderen dronken hebben gevoerd. Dat doet ons toch maar weer eens afvragen wie hier nou eigenlijk de slechteriken zijn, of niet?’

Een golf van schaamte spoelde over Robert, natuurlijk was het nooit de bedoeling geweest om die kinderen dronken te voeren, maar het was aan de andere kant wel hun verantwoordelijkheid geweest om goed voor die kinderen te zorgen. Nu kon hij zich wel voor zijn kop slaan, mede vanwege het feit dat hij hier nu vastgebonden op een stoel zat en dit waarschijnlijk zijn laatste rustplaats zou worden. Dit drong nog net door in zijn verdoofde brein, maar een plan om te ontsnappen wilde zich maar niet vormen.

‘Het wordt tijd dat je de consequenties van je daden onder ogen komt,’ zei Voldemort en Robert bereidde zich voor op een crucatiusvloek, maar in plaats daarvan riep Voldemort: ‘Soberio!’

Een hevige hoofdpijn maakte zich meester van Robert en de neiging om te kotsen werd meteen weer sterker. De spreuk zorgde ervoor dat hij weer helemaal nuchter was, helaas niet zonder een flinke kater. ‘Degene die de spreuk had uitgevonden vond zeker dat dronken mensen niet vrij mochten staan van een passende straf,’ dacht Robert verbitterd.

‘Dat zal je leren,’ lachte Voldemort. ‘Nu gaan we over naar het serieuze werk. CRUCIO!’

De combinatie van de kater en de crucatiusvloek was haast onverdraagbaar, maar nu Robert weer helder kon nadenken zag hij toch nog een lichtpuntje in deze situatie: hoe langer hij het hier vol hield, des te groter werd de kans dat Robin kon ontsnappen. Hopelijk nog op tijd om hem hieruit te redden, maar dat was van minder groot belang; wat nu telde was dat Matt gestopt werd en Robin was de enige die daartoe in staat zou zijn.

‘Is dat alles wat je hebt –‘

‘CRUCIO!’

‘Kom op, albinokonijn, zelfs mijn oma kan die spreuk –‘

‘CRUCIO!’

‘Lafaard! Waarom vechten we niet eerlijk in een duel, je bent een schande voor het tovenaarsgeslacht.’

‘Houd je mond! CRUCIO!’ schreeuwde Voldemort nu, maar hij kreeg niet de reactie waar hij op hoopte, een kermende man die hem om vergiffenis zou smeken; hij had zijn wraak stukken anders voorgesteld.

Er sijpelde nu bloed uit de mondhoek van Robert, maar hij gaf geen krimp ook al schreeuwde elke spier in zijn lijf om de pijn te laten stoppen. Hoe kan hij zoveel mogelijk tijdrekken? En opeens kreeg hij een briljante ingeving.

‘Zeg eens, mijn beste Voldemort, waarom voer je nog steeds bevelen uit van Matt. Het is toch duidelijk dat je in zijn ogen slechts een hulpje bent die alle rotklusjes moet opknappen?’

‘Ik zei, hou je mond! CRUCIO! CRUCIO!’

‘Nee, ik meen het, Voldemort. Waarom neem je genoegen met deze ondergeschikte positie, waar is je trots? Toegegeven, Matt is enorm machtig en hij kent spreuken die onze beide voorstellingsvermogens ver voorbij gaan, maar hij is ook maar een mens. Mensen zijn sterfelijk en als Matt uit de weg is geruimd, wie zal je dan nog tegen kunnen houden? Robin heeft alles geleerd van Matt, maar is zelf niet in staat zich verder te ontwikkelen; jij hebt deze mogelijkheid wel, wij hebben deze mogelijkheid wel. Jij hebt de Duistere Kunsten eigenhandig uitgebreid en ik heb zelf ook al een aantal spreuken ontwikkeld, maar dan in de tak van Gevoelsmagie.’ Robert zag langzaam aan de vastberadenheid van Voldemort om hem te martelen afnemen. ‘En je kent mij, ik ben absoluut niet geïnteresseerd in macht, dus zolang jij jezelf in toom kan houden met het vermoorden van mensen zal ik je niet dwarszitten.’

‘En hoe zit het dan met je idealisme van gelijkwaardigheid en humane behandeling van alle mensen, je begrijpt dat het moeilijk is te heersen zonder angst te zaaien,’ zei Voldemort aarzelend.

‘Angst hoeft niet per definitie de drijvende kracht te zijn achter macht, zolang de mensen geloven dat jij goede bedoelingen hebt zullen ze je volgen. Het gaat allemaal om het overtuigen van je gelijk en geef zelf toe, dat zuivere bloed gedoe van jou was slechts een dekmantel om volgers te verzamelen. Als je mijn advies opvolgt heb je die dekmantel helemaal niet meer nodig!’

‘Ik vertrouw je voor geen ene meter, geef me een reden om je te vertrouwen en dan zal ik je voorstel in overweging nemen.’

‘Ik zal je laten zien hoe je de Avada Kedavra vloek kunt tegenhouden.’

‘De Rosalesdrank?’ vroeg Voldemort hoopvol.

‘Nee, nog beter. Het is een equivalent van de Patronusbezwering die de Avada Kedavra vloek voor je zal opvangen, maar omdat deze Patronus zelf geen ziel bezit, heeft de vloek geen uitwerking op hem. Als je me los maakt zal ik hem demonstreren.’

‘En wie zegt dat je dan niet hard wegrent?’

‘Je mag mijn benen aan elkaar vastbinden, zolang ik mijn handen maar vrijheb. En ik heb een toverstok nodig.’

‘Denk je dat ik gek ben. Nee ik heb een beter idee, heeft Matt je niet ooit de basis van toverstokloze magie geleerd.’

‘Eh – ja dat is waar, maar het is nooit mijn forte geweest…’

‘Nou, dit is je kans om jezelf te bewijzen, denk je ook niet? Ik zal je handen bevrijden en dan mag je jezelf verdedigen tegen een Avada Kedavra vloek. Als het je lukt dan zal ik me voorlopig bij jou voegen om Matt uit de weg te ruimen, en als je het niet lukt – nou dan heb ik in ieder geval mijn opdracht tegenover Matt uitgevoerd.’ Een lach verscheen op het bleke gezicht, hij dacht de perfecte oplossing te hebben gevonden; een win-win situatie!

Nadat Roberts handen bevrijd waren van de touwen gingen ze tegenover elkaar staan. Robert met angstzweet en Voldemort met een zelfvoldane grijns.

‘Ik tel tot drie, veel succes!’

Robert slikte, dit was niet echt de bedoeling geweest. Hij had inderdaad een verdediging gevonden voor de Avada Kedavra vloek, maar hij had het nooit aangedurfd om hem uit te proberen. In theorie moest het werken, daar moest hij zich maar aan vasthouden…

‘Eén… Twee… Drie… AVADA KEDAVRA!’

‘ANIMUS PATRONICA!’ schreeuwde Robert en hij maakte een heftige zwaai met zijn arm. Wat er vervolgens gebeurde overtrof zelfs Roberts stoutste dromen: er verscheen een grote gouden wasbeer (zijn normale Patronus was ook een wasbeer) uit het niets en op de een of andere manier kaatste de Avada Kedavra vloek precies terug in de richting van Voldemort die met een klap achterover werd geslagen.

Verbijsterd maakte Robert de touwen rond zijn benen los en boog hij zich over het zielloze lichaam van Voldemort. ‘Jammer dat hij nog die Gruzielementen heeft,’ zei hij tegen niemand in het bijzonder (aangezien er ook niemand anders aanwezig was).

*~*~*~*~*~*~*~*~*

Matt ijsbeerde door de kamer, hij wist dat er een grote kans bestond dat Voldemort zou falen in zijn opdracht. Maar toch durfde hij niet het risico te nemen zelf in actie te komen, er stonden belangrijkere dingen op het spel. Bovendien wist hij niet zeker of hij Robert en Robin wel uit de weg wilde hebben, zijn bevel was in eerste instantie impulsief geweest, verraad stond hij niet toe. Plotseling sprak de voor hem maar al te bekende en beruchte stem in zijn hoofd.

‘Vermoord ze nou maar gewoon, ze staan alleen maar in de weg.’

‘Ga weg! Het zijn nog steeds mijn vrienden’

‘Na alles wat jij hebt gedaan? Je hebt geen vrienden meer!’

‘Ik had geen andere keuze, denk aan het grote plan, hun levens en zelfs mijn leven zijn allemaal slechts insignificante prijzen, zolang als het grote plan maar ten uitvoer wordt gebracht.’

‘Accepteer het nou maar, je ben nu gewoon in en in slecht.’

‘Nee! Dat weiger ik te accepteren. Jij bent slecht, ik niet. Het was een grote vergissing om mijn geest te scheiden, ik had beter moeten weten.’

‘Houd je mond, ik neem het nu weer van je over.’

‘Nee, ga weg.’

‘Geef het toch op, je hebt dit over jezelf uitgeroepen. Als je experimenteert met duistere magie dan heeft dat consequenties. En je herinnert je vast nog wel onze afspraak: jij hebt 12 uur om te doen wat jij nodig vind en ik heb de overige 12 uur om te doen wat ik nodig vind.’

Met een zucht gaf de ene stem zich gewonnen en de kleur van zijn ogen veranderde opeens van donkerbruin in zwart, onopvallend voor iedereen in zijn omgeving, maar juist zo belangrijk voor degenen in zijn omgeving. Het geweten had zojuist plaatsgemaakt voor machtlust en de mensen zouden het weten ook!

Met een stille ‘pop’ verdween hij in de duisternis om te doen wat hij vond dat nodig was.

_________________
Image
Image


Last edited by Celaglar on 10 Jan 07 20:06, edited 1 time in total.

Top
 

 Post subject:
PostPosted: 10 Jan 07 20:05 
Offline
Hoofd van Schouwerdepartement
User avatar
 WWW  Profile

Joined: 28 May 06 13:46
Posts: 491
Location: Delft
En mijn nieuwe deel:

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One!

Hoofdstuk 7 Het Gruzielement

Het was inmiddels een maand later. Robin was ontsnapt uit de grot en was naar Voldemort op zoek gegaan. Hij vond echter alleen het levenloze lichaam van Voldie. Robin wist dat Robert nog leefde en besloot om niet naar hem op zoek te gaan.

“We kunnen Matt alleen verslaan door zijn twee Gruzielementen te vernietigen.”
Matt had namelijk, net als Voldemort, ook Gruzielementen. In tegenstelling tot Voldemort, die er zeven gemaakt had, had Matt er maar twee. En Robin wist waar de eerste was.

Robin liep door een verlaten steeg. Halverwege de steeg was een deur, die leidde naar een stoffige kamer. In deze kamer stond niets meer overeind, alle meubels lagen overhoop en waren kapot. Meters hoge stapels stof lagen in de hoeken van de kamer, muizen en ratten kropen overal rond.

Robin liep door naar de keuken, waar het al even erg was. De vaat stond nog op het aanrecht, en zelfs de eettafel was nog gedekt met schimmelig voedsel. De koelkast stond open en er kwam een verschrikkelijke stank uit. Robin voelde hoe zijn voeten aan de grond bleven plakken als hij liep.

Hij keek naar beneden. De vloer lag vol met sausjes die ver over de datum waren. Het rook alsof er een lijk al drie jaar lag te rotten.

“Het moet hier ergens zijn,” dacht Robin. “Dit is Matts oude huis, toen hij nog een klein jongetje was. Zijn grootste herinnering ligt hier ergens.”

Nadat Robin de gehele onderverdieping doorzocht had, liep hij de trap op. Opeens begon het huis te trillen. Robin zag hoe de deur van de badkamer open zwaaide. Vanaf de trap kon hij de wc zien staan in de badkamer.

De bril van de wc vloog omhoog en er kwam langzaamaan een eend uit de wc gekropen. De ogen van de eend waren bloedrood. Een lichte schittering in die ogen toonde dat de eend een maniakaal karakter had. De eend spreidde zijn vleugels, die onmiddellijk in brand schoten.

Toen, zonder enige waarschuwing, sprong de eend naar voren begon Robin te bestoken met vuurballen. Robin weerde deze met enige moeite, en ging toen in de tegenaanval. De eend bleef echter dichterbij komen, waardoor Robin gedwongen was om de trap af te lopen. Snel vuurde Robin een felle lichtflits af en rende de trap af.

Hij verschuilde zich gauw achter een omgevallen tafel, die in de gang stond. Hij zag dat de eend de trap afkwam. Zijn vleugels, die eerst fel branden, waren nu doordrenkt met bliksem. Een stroomstoot vloog op Robin af, deze liet de bliksemstraal de grond in zakken.

Robin transfigureerde snel een kapotte bloemenvaas in een kat, die onmiddellijk de eend aanviel. De eend, die nu afgeleid was, had niet door dat Robin op hem sprong. En toen was het te laat, Robin draaide de nek van de eend om en de kat begon hem op te eten.

Robin snelde de trap op. Hij rende de badkamer in en zag het bad. En daar was het! Daar, in het gore bruine water, dreef Matts grootste herinnering aan zijn ouderlijk huis. Snel pakte Robin het, en verdween met een zachte plop.

Hij kwam weer in de grot terecht. Robert had ervoor gezorgd dat de kinderen allemaal een tehuis hadden gekregen en de Fanastic Two hadden de grot ingenomen als hoofdkwartier. Robin legde Matts badeend in een speciale kluis en besloot op Robert te wachten voordat hij het zou vernietigen.

_________________
Image
Image


Top
 

Display posts from previous:  Sort by  
Post new topic Reply to topic  [ 8 posts ] 


Who is online

Users browsing this forum: No registered users and 6 guests


You cannot post new topics in this forum
You cannot reply to topics in this forum
You cannot edit your posts in this forum
You cannot delete your posts in this forum
You cannot post attachments in this forum

Search for:
Jump to:  
The team - Delete all board cookies - All times are UTC + 1 hour

Powered by phpBB © 2000, 2002, 2005, 2007 phpBB Group cron