HP Headquarter » Fanfiction

The Fantastic Two vs. The Not So Fantastic One! - Matt
Vorig hoofdstukVolgend hoofdstuk
HOOFDSTUK 1: HET BEGIN VAN HET EIND


Disclaimer: Harry Potter is niet van ons, dit is volledig non-profit, dus klaag ons niet aan (geen idee waarom je dat zou willen doen, maar we zeggen het toch maar even). Het grote brein is natuurlijk J.K. Rowling, we zijn haar oneindig veel dank verschuldigd.

Dit keer geschreven door Matt

*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*

In de gangen van Zweinstein liep een lange man met een nog langere witte baard met grote passen naar zijn kamer. Hij moest snel zijn, hij mocht niet gezien worden, anders zou alles voor niets zijn geweest.

Enkele minuten geleden was hij ontsnapt aan de dood. Het had nooit zo ver mogen komen, hij had hem nooit de kans moeten geven. Hij versnelde zijn pas en pakte zijn toverstok. Hoogstens tien minuten had hij om alles klaar te maken voor zijn vertrek.

Hij liep zijn kamer binnen en met een krachtige zwiep van zijn toverstok verdwenen enkele van zijn meest waardevolle bezittingen. Zijn feniks, zijn aantekeningen over Zwarte Magie en niet te vergeten zijn snoepdoos, gevuld met zuurtjes.

Deze man heette Matt, op zijn schouders rustte de druk om de wereld te redden. Hij was de leider van de Orde van The Fantastic One, maar die Orde had net een zware tegenslag gekregen, toen de man die hij had beschouwd als zijn rechterhand was overgelopen naar de duistere zijde.

Matt snelde de trappen af en gebruikte de gang achter Robin de Gehangene om uit te komen onder de Astronomietoren, waar het drama zich had voltrokken. Met een uiterst complexe toverspreuk transfigureerde hij een flubberwurm in een evenbeeld van zichzelf.

'Avada Kedavra!' fluisterde hij haast onhoorbaar. Hij moest even slikken toen hij zichzelf daar dood zag liggen, maar hij was nu al zo ver, hij kon niet meer stoppen. Wraak was op zijn plaats en alleen op deze manier kon hij zich revancheren op Robert, de verrader!

Hij haalde een gouden medaillon uit een van zijn zakken en legde die open neer naast de levensloze vorm. Robin moest weten hoe de vork in de steel zat, hij had er alle vertrouwen in dat hij slim genoeg was om het bericht te ontcijferen.

De wereld was niet meer zoals hij ooit was, er was geen plaats meer voor zwakkeren, de sterksten zouden overleven en hij zou er persoonlijk voor zorgen dat dit zou gebeuren. Alleen zo kon de wereld worden gered -

Nadat hij een voor mensen onhoorbare toon had gefloten kwamen er zwarte paarden uit de bossen tevoorschijn. Snel slingerde Matt zich op het voorste paard.

'Naar het kasteel van Voldemort,' zei hij tegen het paard en hij verdween in de duisternis.


Na een lange reis was hij aangekomen bij een duister kasteel in de bossen van Albanië, waar Heer Voldemort zijn hoofdkwartier had gevestigd.

Een man met blond haar kwam op hem afgelopen. Matt steeg af van zijn paard en stuurde hem terug naar Zweinstein.

'Lucius, mijn goede vriend. Haal de Heer van het Duister, ik heb zeer belangrijk nieuws voor hem.'

'Natuurlijk, The Fantastic One. Uw wens is mijn bevel,' zei Lucius en hij verschijnselde naar het kasteel. Matt was vermoeid door de lange reis en het was gevaarlijk om in slechte conditie te verschijnselen, dus daarom liep hij maar naar het kasteel.

Luttele secondes later kwam Heer Voldemort hem tegemoet. Matt sudderde toen hij hem zag, het was dat hij hem nodig had anders zou hij hem nooit willen zien. Het was niet dat hij bang voor hem was, daar had hij geen reden toe, het was dat het aanblik van Heer Voldemort zo afschuwelijk was.

Met zijn rode ogen en witte gelaatstrekken leek Voldemort net een oversized albino konijn en Matt kreeg altijd kotsneigingen als hij hem zag. Bovendien was hij ontzettend arrogant en dat terwijl hij maar een nietige tovenaar was vergeleken met hem.

'Wat is er zo belangrijk dat je me midden in de nacht durft wakker te maken?' vroeg Voldemort.

'Ik dacht dat je nooit sliep, Marten,' counterde Matt. Voldemort sidderde even bij het horen van die naam, maar hij bracht er niets tegenin.

'Oké, we zitten diep in de problemen. Robert is overgelopen naar de duistere zijde en als we niet opschieten zal Robin dat ook doen. Onze eerste prioriteit is Robert uit te schakelen, hij weet te veel. Maar dat zal ik zelf doen, ik heb nog een appeltje met hem te schillen. Hij heeft net geprobeerd mij te vermoorden, maar gelukkig wist hij niet van de Rosalus drank die mij beschermt tegen de Avada Kedavra vloek -'

'Wanneer geef je mij nou eindelijk dat toverdrankenboek met die drank?' viel Voldemort hem in de rede.

'Als je eindelijk weet wanneer je je grote mond moet houden. Voor de duizendste keer, die krijg je pas als je de Uitverkorene hebt gevonden.'

'Maar we weten niet eens of die wel bestaat. Het is van essentieel belang dat ik ook beschermd ben tegen de Vloek des Doods, je weet dat we het niet kunnen hebben als Robin al mijn krachten erft als ik sterf,' sputterde Voldemort.

'Kom op, mijn waarde vriend. Jij en sterven! Dat is onmogelijk, Robin zal pas al je krachten krijgen als hij al je Gruzielementen heeft vernietigd en we weten allebei dat hoe slim hij ook mag zijn, hij nooit zal kunnen wedijveren met onze intelligentie. Hij wordt te veel geleid door zijn hart, maar juist daarom hebben we hem nodig. Laten we naar binnen gaan, ik begin het koud te krijgen,' sprak Matt, alsof hij aan een kleuter uitlegde dat één plus één twee is.

Hij begon zich te ergeren aan het gedrag van Voldemort, maar de tijd was nog niet rijp om hem uit de weg te ruimen. Er verscheen een grijns op zijn gezicht, toen hij zich voorstelde hoe Voldemort zou kijken als hij erachter kwam dat hij slechts een pion was in zijn spel.

Voldemort vatte deze grijns terecht op als een belediging en liep boos weg.

Binnenkort, mijn vriend, binnenkort, dacht Matt en hij volgde Voldemort het kasteel in.

Vorig hoofdstukVolgend hoofdstuk


Geef commentaar | Lees commentaar (0)
Geef commentaar
Naam
Email
Review


Je browser ondersteunt geen javascript, schakel javascript in of installeer een browser die wel javascript ondersteunt om de pagina goed te kunnen bekijken