HP Headquarter » Boeken » Relieken van de Dood » Samenvatting

Harry Potter en de Relieken van de Dood
De zomervakantie is voorbij, maar Harry Potter keert dit jaar niet terug naar Zweinstien. Hij staat voor de gevaarlijke en haast onmogelijke opdracht van Perkamentus: de overgebleven Gruzielementen opsporen en vernietigen. Zal hem dat lukken?

Met de zware opdracht van het vernietigen van Voldemorts Gruzielementen voor de boeg, verlaat Harry de Duffelingen onder bescherming van 13 leden van de Orde van de Feniks, waaronder Ron en Hermelien. Het plan is om 6 nep-Harry's te gebruiken om eventuele Dooddoeners te verwarren; deze maatregel blijkt niet voor niets, want Voldemort en zijn Dooddoeners blijken van zijn verplaatsing op de hoogte te zijn. Na een heftig gevecht in de lucht weet Harry te ontkomen aan Voldemort, maar de reis is niet zonder verliezen: Dwaaloog Dolleman en Hedwig overleven de tocht niet.

Harry, Ron en Hermelien verblijven in Het Nest tot de bruiloft van Bill en Fleur en proberen tijdens de bruiloftsvoorbereidingen hun zoektocht te plannen. De dag voor de bruiloft krijgen ze echter bezoek van de Minister van Toverkunst, Rufus Schobbejak. Met tegenzin geeft hij hun de voorwerpen die Perkamentus aan de drie heeft nagelaten. Voor Hermelien een oud tovenaars sprookjesboek, aan Ron de Uitsteker (die Perkamentus gebruikt in het eerste hoofdstuk van Steen der Wijzen) en aan Harry de snaai die hij ving in zijn allereerste wedstrijd. Perkamentus heeft Harry eigenlijk ook het zwaard van Griffoendor nagelaten, maar Schobbejak wil het niet aan hem geven, omdat het volgens hem geen eigendom was van Perkamentus en dat hij het daarom ook niet kon weggeven. Ze weten niet wat ze aan moeten met deze vreemde geschenken, maar ze vertrouwen erop dat Perkamentus er goede redenen voor had. Hermelien weet hen echter te vertellen dat het zwaard waarschijnlijk een van de weinige manieren is waarmee een Gruzielement mee kan worden vernietigd, maar daar hebben ze op dat moment weinig aan, aangezien dat nou juist niet in hun bezit is.

De bruiloft verloopt zonder problemen en Harry - die zich voordoet als een neef van Ron om zijn locatie verborgen te houden voor Voldemort - komt na de bruiloft in gesprek met een oude vriend van Perkamentus. Een oud-tante van Ron begint echter een verhaal dat Perkamentus helemaal niet zo fantastisch was en Harry komt te weten dat Perkamentus ook nog een zus had die echter stierf toen Perkamentus nog redelijk jong was. Deze zus werd echter door hun moeder angstvallig verborgen gehouden en het gerucht ging dat ze een Snul was en dat Perkamentus dus meewerkte aan het verborgen houden van een Snul. De oude vriend van Perkamentus probeert er tegenin te gaan, maar hij weet Harry er niet helemaal van te overtuigen dat Perkamentus niets fout deed.

De vieringen na de bruiloft worden echter ruw verstoord wanneer de patronus van Romeo Wolkenveldt verschijnt en het verontrustende bericht brengt dat Voldemort het Ministerie heeft overgenomen. Enkele seconden daarna verschijnen er overal Dooddoeners en Hermelien brengt Harry en Ron snel in veiligheid door met hun te verschijnselen naar Dreuzel-Londen. Vlak nadat ze hun toevlucht hebben genomen in een café worden ze echter gevonden door twee Dooddoeners, maar gelukkig merkt Harry hen tijdig op en ze weten hun te overmeesteren.

Geschokt door het feit dat de Dooddoeners hen zo snel konden vinden, besluiten ze zich te begeven naar Grimbouldplein 12 waar nog steeds vele beschermende bezweringen op rusten. Wanneer Harry enkele dagen na hun aankomst door de gangen van het huis dwaalt ontdekt hij de kamer van de broer van Sirius: Regulus Arcturus Zwarts, dezelfde initialen waarmee het briefje was ondertekend in het nep-Gruzielement. Harry roept de hulp in van Knijster die in de jaren ervoor regelmatig spullen van de familie Zwarts verstopte in zijn hok en krijgt van hem het hele verhaal te horen hoe Regulus het medaillon uit het meer wist te halen. Het echte medaillon-Gruzielement blijkt echter gestolen te zijn door Levenius Lorrebos en Harry geeft Knijster daarom de opdracht om hem op te sporen en mee te nemen. Uit mededogen of als dank geeft Harry het nep-Gruzielement aan Knijster die er ongelofelijk blij mee is.

Het duurt enkele dagen voordat Knijster terugkomt van zijn tocht, maar hij komt terug met een tegenstribbelende Levenius. Deze blijkt het medaillon inmiddels doorverkocht te hebben aan Omber die nu weer op het Ministerie werkt. Nu ze eindelijk een duidelijk doel hebben, bereiden de drie zich voor om het Ministerie binnen te glippen en het medaillon van Omber te stelen. Om dit echter voor elkaar te krijgen moeten ze zich eerst goed voorbereiden, het grootste probleem is hoe ze binnen moeten dringen. Tijdens deze verkenningstochten weet Harry een Ochtendprofeet te bemachtigen waarin staat dat Sneep de nieuwe hoofdmeester is geworden van Zweinstein.

Na een maand patrouilleren bij het Ministerie wagen ze het erop en met de hulp van wat Wisseldrank lukt het hun daadwerkelijk ongemerkt het Ministerie binnen te komen. Hoewel Voldemort zich niet heeft uitgeroepen tot Minister - maar in plaats daarvan de huidige minister onder de Imperius vloek heeft - worden zijn ideeën duidelijk merkbaar in het beleid van het Ministerie. Alle tovenaars en heksen die niet afstammen van een toverfamilie moeten zich registreren op het Ministerie, omdat ze zogenaamd verdacht worden van het stelen van de magie van een andere tovenaar of heks. Uit een onderzoek in het Departement van Mysteries is namelijk gebleken dat magie alleen geërfd kan worden - aldus een persbericht van het Ministerie.

Wanneer het trio in het Ministerie komen, gaat het echter mis en worden ze van elkaar gescheiden. Ron - die de gedaante heeft aangenomen van iemand van het onderhoud van het gebouw - wordt gedwongen een probleem met een regenende kamer op te lossen, met de bedreiging dat 'zijn' vrouw zal worden veroordeeld voor het 'stelen' van magie. Hermelien wordt meegenomen door Omber zelf om haar te assisteren bij rechtzaken tegen mensen die zogenaamd magie hebben gestolen. Alleen Harry - die zonder opzet de gedaante heeft aangenomen van een Dooddoener - wordt niet lastig gevallen en onder zijn onzichtbaarheidsmantel weet hij door te dringen tot de kamer van Omber. Het medaillon is echter nergens te bekennen, dus moet Harry zijn zoektocht staken en in plaats daarvan probeert hij de andere twee weer op te sporen.

Eerst gaat hij op zoek naar Hermelien bij de rechtzalen en hij vindt haar bij Omber terwijl zij de 'vrouw' van Ron ondervraagt over haar 'gestolen' magie. Harry merkt echter op dat Omber het medaillon draagt en hij verlamd haar. Hij neemt het medaillon mee en samen met Hermelien bevrijdt hij alle anderen die verdacht worden van het stelen van magie. Door zijn verschijning als Dooddoener te gebruiken weet hij hen ongestoord tot aan het Atrium te loodsen, waar hij ook Ron weer tegenkomt. Dan verschijnt echter degene wiens gedaante Ron heeft overgenomen en de beveiliging wordt geactiveerd. Ze weten echter samen met de verdachten te ontsnappen, maar wanneer ze verschijnselen naar Grimbouldplein weet een van de Dooddoener zich vast te grijpen aan Hermelien en verschijnselt dus mee. Door hem te dwingen binnen de beschermende spreuken van Grimbouldplein te verschijnselen is Grimbouldplein echter niet meer onzichtbaar voor deze Dooddoener en Hermelien verschijnselt Harry en Ron dan ook snel weer weg naar een afgelegen bos.

Hermelien - goed voorbereid als ze altijd is - heeft gelukkig een tent meegenomen in een tas en de eropvolgende dagen brengen ze daar in door. Nu het medaillon gevonden is, zitten ze echter op een dood spoor. Ze hebben geen zwaard om het Gruzielement te vernietigen en ze hebben ook geen aanwijzingen waar de andere Gruzielementen kunnen zijn. Toevalligerwijs komen ze te weten via een paar vluchtende kobolden die langs hun tent lopen dat het zwaard van Griffoendor dat in Sneeps kamer hangt een vervalsing is, waar het origineel zich bevindt weet echter niemand. Om de kans te minimaliseren dat ze het medaillon kwijt raken, spreken ze af dat ze het om de beurt zullen dragen; ze merken echter al snel dat het medaillon hun gedachten beïnvloed en hun toverkracht belemmert. De weinige vooruitgang zorgt voor spanningen tussen Harry en Ron, wat uiteindelijk resulteert tot het weglopen van Ron.

Nu Harry en Hermelien alleen over zijn besluiten ze naar Goderics Eind te gaan, het tovenaarsdorp waar Harry's ouders woonden. Ze gaan eerst langs de begraafplaats waar James en Lily Potter zijn begraven en vervolgens naar hun oude huis waar jaren geleden Voldemort hen vermoordde. Terwijl ze voor het huis staan worden ze aangeschoten door een oude vrouw, deze zegt niks maar gebaart dat ze haar moeten volgen. De vrouw blijkt Mathilda Belladonna te zijn, een buurvrouw van de Potters en daarnaast ook nog een oude vriendin van de familie Perkamentus. Harry besluit haar te volgen, omdat hij vermoedt dat Perkamentus haar het zwaard van Griffoendor heeft toevertrouwd. Boven aangekomen verandert ze echter opeens in Nagini, Voldemorts slang en bovendien ook een van zijn Gruzielementen - Mathilda zelf blijkt al tijden dood te zijn.

Voldemort wordt gewaarschuwd en Harry en Hermelien weten maar ternouwernood te ontsnappen, hierbij vindt Harry's toverstok zijn einde nadat Hermelien hem per ongeluk in tweeën heeft gebroken. Na deze zoveelste tegenslag ziet het er somber uit, hierbovenop komt nog de ontdekking dat Perkamentus in zijn jeugdjaren inderdaad niet zo onschuldig was als werd gedacht. Dit komen ze te weten uit het boek 'Het leven en de leugens van Albus Perkamentus', een boek geschreven door Rita Pulpers die haar informatie op hardhandige wijze ontfutseld heeft van Mathilda Belladonna. Nadat Perkamentus geslaagd was van Zweinstein ontmoette hij Gellert Grindewald, de voorganger van Voldemort, en raakt bevriend met hem. In een van hun correspondentiebrieven laat Perkamentus weten dat tovenaars hun geheimhouding moeten verbreken onder het motto 'het doel heiligt de middelen', hij voorziet een ideale maatschappij waarin tovenaars over dreuzels heersen die hier zelf niet toe instaat lijken. Hermelien probeert het goed te praten door te zeggen dat Perkamentus nog jong was en later is veranderd, maar Harry zit deze argumentatie echter niet lekker.

Juist wanneer zelfs Harry op het punt staat om de zoektocht op te geven, verschijnt er een hinde-patronus vlak voor hun tent. Harry wil Hermelien niet wakker maken en gaat in zijn eentje de hinde achterna, deze leidt hem naar het zwaard van Griffoendor. Deze ligt echter geborgen onder een laag ijs, aangezien geen enkele sommeerspreuk effect lijkt te hebben besluit hij het ijs te breken en het zwaard op te duiken uit het ijskoude water. Onder water probeert het medaillon-gruzielement hem echter te wurgen en Harry kan maar niet terug aan de oppervlakte komen. Dan komt er opeens hulp uit onverwachte hoek: Ron heeft hem op weten te sporen dankzij de Uitsteker van Perkamentus en red zijn leven. Ron vernietigt dan het medaillon met het zwaard en vol goede moed gaan ze weer terug naar de tent. Hermelien blijkt echter niet erg vergevingsgezind en blijft lange tijd erg koel tegenover Ron. Tijdens zijn afwezigheid overnachtte Ron bij Bill en Fleur en daar kwam hij te weten dat er een vervloeking rust op de naam 'Voldemort', wanneer iemand deze naam namelijk uitspreekt kunnen de Dooddoeners hem of haar direct opsporen - dit verklaart hoe ze zo snel waren gevonden toen ze probeerden te ontsnappen bij de bruiloft.

Hoewel ze nu wel wat optimistischer zijn over hun zoektocht, zitten ze nog steeds op een dood spoor; ze besluiten daarom een zeer vage aanwijzing te volgen: een soort rune van een driehoek met daarin een rechte lijn en een cirkel. Dit blijkt namelijk het teken van Grindewald te zijn geweest en het staat ook nog eens op het sprookjesboek dat Perkamentus aan Hermelien had nagelaten. Harry herinnert zich dat de vader van Luna dit teken op zijn gewaad had staan bij de bruiloft van Bill en Fleur en ze besluiten daarom Luna en haar vader een bezoekje te brengen.

Loena's vader, Xenofilus Leeflang, blijkt in eerste instantie echter niet erg behulpzaam en dat terwijl hij in zijn krant 'de Kibbelaar' er altijd voor pleit dat Harry de helpende hand moet worden toegestoken. Uiteindelijk vertelt hij hen echter wat het teken is: de Relieken van de Dood. De Relieken zijn een oude legende dat voortkomt uit een tovenaarssprookje:

Ooit waren er drie magische broers die een rivier moesten oversteken, dankzij hun toverkracht was dat echter geen probleem: ze toverden een brug. De Dood was niet gecharmeerd van deze truc, omdat reizigers die normaal de rivier wilden oversteken erin verdronken en aan hem werden overgeleverd. Daarom verschijnt hij midden op de brug aan de drie broers en zegt dat hij hen wil belonen omdat ze hem te slim zijn afgeweest. De oudste broer wenst een onverslaanbare toverstok, de Zegevlier, waarmee hij nooit een duel kan verliezen, de middelste broer wenst een steen waarmee hij doden kan laten herrijzen, omdat hij zijn geliefde op te jonge leeftijd is verloren en de jongste broer wenst een perfecte onzichtbaarheidsmantel die niet vervaagt over de jaren en spreuken kan weerstaan. De oudste broer, opscheppend over zijn machtige toverstok, wordt in zijn slaap de keel doorgesneden door een dief die wel wat ziet in zo'n toverstok. De steen van de middelste broer brengt inderdaad doden terug, maar deze verschijnen echter in een soort van schimmige verschijning van henzelf en kunnen ook geen geluk meer ervaren omdat ze eigenlijk thuis horen onder de doden. De middelste broer kwijnt weg omdat zijn geliefde niet gelukkig is als schim en sterft niet veel later. De jongste leeft echter een lang leven en blijft verborgen van de Dood gedurende zijn lange leven, uiteindelijk ontmoet hij de Dood als een gelijke en zegt klaar te zijn om te sterven.

Het teken is een afbeelding van de drie geschenken van de dood: de driehoek is de onzichtbaarheidsmantel, de cirkel de steen van wederkeer en de lijn de Zegevlier; de bezitter van deze drie voorwerpen zal volgens de legende de meester zijn van de Dood. Na zijn verhaal gaat Xenofilus naar beneden om te koken en blijft het trio boven achter. Harry loopt naar boven en ontdekt de kamer van Luna, die thuis verblijft omdat het kerstvakantie is, maar volgens Xenofilus even een of andere vage plantensoort aan het plukken is voor het eten. Het vreemde is dat de kamer er redelijk onbewoond uit lijkt te zien en wanneer Harry de andere twee waarschuwt, komen er twee Dooddoeners aanbellen. Luna blijkt namelijk te zijn ontvoerd omdat haar vader nogal controversiële artikelen presenteerde over Harry. Nu wil Xenofilus proberen zijn dochter terug te krijgen door Harry Potter aan hen uit te leveren.

Hermelien bedenkt een slim plan en ze weten te ontsnappen, maar niet voordat de Dooddoeners een glimp hebben kunnen opvangen van Harry en Hermelien, dit om ervoor te zorgen dat Xenofilus niet al te hard wordt aangepakt voor het roepen van de Dooddoeners. Terug in de tent bespreken ze het verhaal van de Relieken: Hermelien is nogal sceptisch omdat het eigenlijk gewoon een sprookje is, maar Harry is ervan overtuigd dat hij al een van de Relieken in zijn bezit heeft: de onzichtbaarheidsmantel, pas nu realiseert hij zich dat deze namelijk net zo onfeilbaar is als de legende beschrijft. In zijn gedachten ziet hij zichzelf al met de Zegevlier, want als het toch het lot is dat Harry en Voldemort elkaar in een duel om leven en dood moeten aanschouwen dan komt de Zegevlier zeer goed van pas. Uit een paar beelden die hij doorkrijgt via zijn litteken maakt hij op dat Voldemort echter ook op zoek is naar deze stok en dat zorgt ervoor dat hij er steeds meer voor voelt om op zoek te gaan naar de Zegevlier.

Hermelien en Ron zijn echter van mening dat hij de Relieken moet laten voor wat ze zijn, als ze al zouden bestaan, en dat hij zich moet concentreren op de Gruzielementen want dat is nou eenmaal de taak die Perkamentus voor hem heeft achtergelaten. Ondanks dat blijven Harry's gedachten rondzwerven rond de Zegevlier en tijdens een van hun discussies maakt hij de kapitale fout door de naam Voldemort te laten vallen. Ze worden meteen aangevallen door een groep 'bloedhonden', tovenaars die hun brood verdienen door tegenstanders van Voldemorts regime op te pakken. Hermelien weet echter net op tijd Harry's gezicht nog te laten opzwellen zodat ze hem niet zullen herkennen. Helaas meent een van de bloedhonden wel Hermelien te herkennen en daaruit maken ze op dat degene met het opgezwollen gezicht wel Harry moet zijn.

Ze worden naar Villa Malfidus gebracht, het huidige hoofdkwartier van Voldemort; gelukkig voor hen is Voldemort zelf echter niet aanwezig - Harry krijgt via zijn litteken flitsen van beelden te zien waarin Voldemort op zoek is naar de Zegevlier in een ver land. Draco Malfidus wordt naar voren gehaald om de identiteit van de drie te bevestigen, maar om een of andere reden verraad hij hen niet en zegt dat hij het niet weet. Dan komt echter Bellatrix van Detta, de rechterhand van Voldemort, binnenstormen en zij herkent Hermelien en Ron meteen; wanneer ze het zwaard van Griffoendor ziet wordt ze echter opeens razend en roept allerlei dingen over haar Goudgrijp kluis omdat deze daar zou moeten zijn verborgen. Ze stuurt Harry en Ron naar de kerkers en gaat over tot het martelen van Hermelien, deze houdt echter vol dat het zwaard een namaak is en dat ze niet hebben ingebroken in Goudgrijp. In de kerkers ontmoeten Harry en Ron tot hun verbazing Loena en Olivander, de toverstokmaker; daarnaast is ook Daan Thomas aanwezig, een klasgenoot van hen op Zweinstein, en de kobold Grijphaak. Grijphaak wordt naar boven gehaald om te controleren of Hermelien de waarheid spreekt, maar Harry weet hem ervan te overtuigen om te liegen over de echtheid van het zwaard.

Ondertussen proberen Harry en Ron alles uit om uit deze situatie te komen en wanneer Harry de oude scherf van Sirius' tweewegspiegel uit zijn tas haalt ziet hij daarin de blauwe ogen van Perkamentus. Harry smeekt om hulp en enkele seconden later verschijnselt Dobby, de ex-huiself van de Malfidussen, in de kerker en op Harry's verzoek verdwijnselt hij de andere gevangenen naar het huis van Bill, Rons oudste broer. Harry en Ron blijven achter en grijpen hun kans zodra Wormstaart op bevel van Malfidus gaat kijken wat al de commotie is in de kerkers. Als inlossing van de schuld die Wormstaart nog bij Harry stond voor het redden van zijn leven wordt Wormstaart door een of andere vorm van magie gestopt om voor hulp te schreeuwen en de zilveren hand die hij van Voldemort had gekregen keert zich uiteindelijk tegen hem wat leidt tot zijn dood.

Harry en Ron sprinten naar boven en weten Malfidus en Bellatrix te ontwapenen, daarna weet Dobby hun, samen met Hermelien en Grijphaak (en met hem ook het zwaard van Griffoendor), te verdwijnselen naar Bills huis. Zodra ze daar echter weer verschijnselen ziet Harry tot zijn verschrikking dat Dobby door Bellatrix met een mes is doodgestoken. Na een zeer emotionele begrafenis in de tuin moet het trio zich weer richten op de Gruzielementen opdracht.

Inmiddels is Harry er via zijn connectie met Voldemort achter gekomen dat deze in bezit is gekomen van de zegevlier, deze bleek als laatste in het bezit van Perkamentus te zijn geweest en werd meebegraven toen hij overleed; Voldemort heeft hier echter natuurlijk geen boodschap aan en opent het graf en steelt de toverstok.

Nu hij niet meer afgeleid wordt door deze verleiding richt Harry zich volledig op de 3 overgebleven Gruzielementen. Bellatrix' hysterie over het inbreken in Goudgrijp doet Harry vermoeden dat Voldemort haar een van zijn Gruzielementen heeft toevertrouwd om die te verstoppen in Goudgrijp. Hij vraagt Grijphaak hierbij om hulp en deze is zij het met tegenzin bereid om te helpen, maar wil als beloning het zwaard van Griffoendor. Het trio wil hier in eerste instantie niet mee instemmen, maar uiteindelijk zegt Harry toe met het plan om het zwaard pas te geven zodra alle Gruzielementen zijn vernietigd.

Na weken van voorbereiding gaan ze dan eindelijk naar Goudgrijp met Hermelien onder de vermomming van Bellatrix. Terwijl ze door de Wegisweg lopen komen ze ongelukkigerwijs een andere Dooddoener tegen, maar Hermelien weet zich er gelukkig uit te bluffen. Wanneer ze in Goudgrijp zijn ontstaan er echter toch problemen met deze Dooddoender, omdat deze had vernomen dat Bellatrix haar stok kwijt was geraakt bij de uitbraak uit Villa Malfidus. Grijphaak spoort Harry ertoe aan om een Imperius-vloek te gebruiken en omdat hij geen andere uitweg ziet, stemt hij hiermee toe.

Vanaf daar lijkt alles goed te gaan en worden ze naar de kluis van Bellatrix geleid, een beveiligingsspreuk binnen de grotten van Goudgrijp ontmaskert hun echter en een groot alarm wordt afgegeven. Ze weten gelukkig nog wel de kluis te bereiken en vinden daar inderdaad de beker van Huffelpuf, alle spullen in de kluis zijn echter zo beveiligd dat alles wat je aanraakt zich twintig keer vermenigvuldigt en gloeiendheet wordt. In de chaos die er zo ontstaat raken ze het zwaard van Griffoendor helaas wel kwijt, maar de beker van Huffelpuf weten ze wel te bemachtigen.

Achtervolgd door tientallen kobolden ziet het trio zich genoodzaakt om een van de draken die inderdaad Goudgrijp beveiligden te bevrijden en op zijn rug te ontsnappen. Wonderbaarlijk genoeg werkt deze ontsnappingsmethode erg goed en vele kilometers verder springen ze van de draak zijn rug in een groot meer. Het grootste probleem is nu dat ze geen methode meer hebben om het Gruzielment te vernietigen.

Terwijl ze hun volgende zet proberen te verzinnen, wordt Harry weer aangevallen door een visioen van Voldemort. Deze is er dankzij de glorieuze uitbraak uit Goudgrijp achter gekomen dat Harry op zoek was naar de Gruzielementen en is daarom vastbesloten om te controleren hoe het gesteld is met alle andere Gruzielementen. In gedachten gaat hij voorbij alle plaatsen waar hij deze heeft verstopt - hij weet echter niet dat Harry deze zelfde gedachten voorbij ziet komen; zo komt Harry erachter dat het op een na laatste Gruzielement ergens op Zweinstein moet zijn.

Snel verschijnselen ze naar Zweinsveld waar ze worden opgevangen door Desiderius Perkamentus, de broer van Perkamentus en barman van de Zwijnskop. Harry ziet zijn kans schoon om eindelijk achter de waarheid van Perkamentus' leven te komen en na wat aandringen stemt Desiderius erin toe het hele verhaal uit de doeken te doen.

Perkamentus' zus, Ariadne, bleek geen Snul te zijn, maar was in haar jeugd door een stel Dreuzeljongens mishandeld waardoor haar magie oncontroleerbaar werd. Hun vader zocht wraak op deze jongens en werd naar Azkaban gestuurd waar deze stierf. Nadat Perkamentus geslaagd was van Zweinstein werd de familie getroffen door nog een tragedie: door een uitbarsting van magie van Ariadne overleed hun moeder en nam Perkamentus de verantwoordelijkheid voor het gezin over. Hevig gefrustreerd, omdat hij liever de wereld was afgetrokken om meer te leren, blijft hij thuis en raakt hij bevriend met Gellert Grindewald. Samen bedenken ze plannen om de macht te grijpen in zowel de magische als de Dreuzelwereld, allemaal voor het grote goed; want tovenaars zouden van nature al beter zijn, dus zouden zij het immers het beste weten wat goed was voor de mensen.

Op een avond komt er een knetterende ruzie tussen Albus, Desiderius en Grindewald over het feit dat Albus niet het beste voor heeft met Ariadne. Spreuken vliegen over en weer en ongelukkigerwijs wordt Ariadne door zo'n spreuk getroffen het moment dat ze de kamer binnen komt lopen. Niemand weet wie hiervoor verantwoordelijk was, maar feit blijft dat er een moord is gepleegd. Grindewald vlucht weg om pas jaren later terug te worden gezien als een Duistere tovenaar en Desiderius blijft jarenlang boos op Albus, omdat hij dacht dat hij niet rouwde om de dood van zijn zus maar het juist als bevrijding zag om eindelijk de wereld in te trekken.

Harry herinnert zich dan het voorval in de grot waar Voldemort het medaillon-Gruzielement verstopt had, nadat Perkamentus van de toverdrank had gedronken begon hij schijnbare onzintaal uit te slaan, maar dit had blijkbaar te maken met de enorme schuld die hij voelde voor de dood van zijn zus. Desiderius is hier danig van onder de indruk dat, hoewel hij in eerst instantie Harry niet wilde helpen Zweinstein binnen te dringen, nu een geheime passage toont die het kasteel in leidt.

In het kasteel worden ze hartelijk ontvangen door Marcel, die verwacht dat Harry is gekomen om Zweinstein weer te bevrijden van de Kragges, twee Dooddoeners die in opdracht van Voldemort de school terroriseren. Harry, die dit eigenlijk niet van plan was, probeert duidelijk te maken dat hij hier alleen is om een object te vinden waarmee Voldemort verslagen kan worden. Ze gaan naar de kamer van Hoge nood en daar komen ze onder andere Loena en Ginny tegen, allemaal willen ze helpen om het object te vinden. Harry vermoed dat het laatste Gruzielement iets van Ravenklauw zou moeten zijn geweest en gaat daarom met Loena naar hun leerlingenkamer.

In de leerlingenkamer worden ze opgewacht door Alecto Kragge, die al door Voldemort gewaarschuwd was dat Harry waarschijnlijk naar de leerlingenkamer van Ravenklauw zou gaan. Door het duistere teken aan te raken, waarschuwt ze Voldemort van Harry's komst, maar op datzelfde moment verlamd Loena haar van onder de onzichtbaarheidsmantel. Vervolgens komt Amycus Kragge, vergezeld door Professor Anderling, ook naar de leerlingenkamer op zoek naar zijn zus. Harry schakelt hem uit en na Anderling gewaarschuwd te hebben dat Voldemort eraan komt, wordt het kasteel in staat van paraatheid gebracht.

Terwijl alle leraren hun steentje bijdragen aan de verdediging van het kasteel, komt er versterking van de Orde van de Feniks binnen door de geheime passage van Desiderius. Voldemort geeft Zweinstein een ultimatum om Harry uit te leveren, maar Zweinstein staat compleet achter Harry en uiteindelijk moet Voldemort toch het kasteel belegeren. Intussen komt Harry te weten dat de Grijze Dame (het spook van Ravenklauw) de dochter was van Rowena Ravenklauw is en dat het laatste Gruzielement het diadeem van Rowena Ravenklauw is dat was gestolen door haar dochter. Toen Voldemort nog op Zweinstein zat, wist hij de Grijze Dame dit geheim te ontfutselen en later veranderde hij het in een Gruzielement.

Harry herinnert zich dat hij dit diadeem ooit heeft gezien in de Kamer van Hoge Nood toen hij probeerde het toverdrankboek van de Halfbloed-Prins te verstoppen. Ron en Hermelien waren ondertussen naar de Geheime Kamer gegaan om basilisk giftanden te verzamelen om de Gruzielementen te vernietigen, net zoals Harry in zijn tweede jaar al had gedaan met het dagboek van Vilijn. Hermelien krijgt de eer om Huffelpuf's beker te vernietigen en ze nemen er een paar mee voor het laatste Gruzielement. Ze komen Harry tegen terwijl hij op weg is naar de kamer van Hoge Nood en nadat Ron voorstelt om de huis-elfen te gaan redden, kust Hermelien hem vol op de mond, wat door Ron enthousiast beantwoord wordt.

Het gevecht is nu in volle gang en op weg naar de Kamer van Hoge Nood komen ze Percy en Fred tegen die aan het duelleren zijn met een stel Dooddoeners. Maar nadat ze samen de Dooddoeners hebben uitgeschakeld, vindt er een ontploffing plaats die een einde maakt aan Fred's leven. Geschokt en overstuur moeten ze toch hun weg vervolgen. Na een flinke zoektocht weten ze het diadeem te vinden in de Kamer van Hoge Nood, ze zijn echter niet alleen in de kamer, want Malfidus is hun samen met Korzel en Kwast gevolgd. Met een duistere spreuk zet Korzel uiteindelijk de hele kamer in vuur en vlam en het diadeem wordt vernietigd door dit duistere vuur. Met behulp van bezems weten Harry, Ron en Hermelien uit de kamer te ontsnappen en ze weten zelfs onderweg Malfidus en Kwast nog te redden, voor Korzel is het echter dan al te laat.

Nu is alleen Nagini nog over en ze gaan naar Voldemort die vanuit het Krijsende Krot de strijd volgt. Daar aangekomen horen ze dat Sneep in gesprek is met Voldemort. Omdat de Zegevlier Voldemort nog steeds niet compleet lijkt te gehoorzamen, besluit Voldemort de laatste eigenaar van de stok te vermoorden en aangezien Sneep degene was die Perkamentus vermoordde, is hij zelf de volgende die de weg moet ruimen. Hij laat Nagini op Sneep los en laat Sneep hevig bloedend achter. Zodra Voldemort vertrokken is, loopt Harry naar Sneep die nog net in leven is. Sneep lijkt Harry nog iets te willen zeggen en geeft hem herinneringen in de vorm van de zilverachtige substantie die bekeken kan worden in de hersenpan.

Voldemort kondigt een korte wapenstilstand aan en geeft een nieuw ultimatum om Harry uit te leveren. Op Zweinstein zijn ze bezig te gewonden te verzorgen en de doden te rouwen, Harry laat Ron en Hermelien achter bij de familie Wemel en gaat alleen op weg naar de kamer van Perkamentus voor de hersenpan. Onderweg ziet hij de gevallen strijders, waaronder zich ook Lupos en Tops bevinden.

De herinneringen van Sneep brengen aan het licht dat Sneep verliefd was op Harry's moeder Lily en dat ze van kleins af aan bevriend waren. Nadat Sneep de profetie van Zwamdrift overgebracht heeft aan Voldemort, voelt hij zo'n berouw dat hij zich overgeeft aan Perkamentus in ruil voor bescherming van Lily. Ook na haar dood voelt hij nog een verplichting tegenover haar en daarom beschermt hij Harry toch wanneer het er echt op aan komt. Het vermoorden van Perkamentus blijkt een plan van Perkamentus zelf te zijn geweest die al wist dat hij zou sterven vanwege de vervloeking die hij had verkregen van het ring-Gruzielement. Op deze manier wilde Perkamentus Draco Malfidus beschermen en Sneep de kans geven om te blijven spioneren en saboteren bij Voldemort. Het grootste geheim dat aan het licht komt is echter dat Perkamentus wist dat Harry zelf een Gruzielement van Voldemort is, maar dat Voldemort dat zelf niet weet.

Met deze wetenschap komt Harry tot de beslissing dat hij zich op zal moeten offeren om Voldemort voor altijd te verslaan en tegelijk ook een einde te maken aan de belegering van Zweinstein. Zonder afscheid te nemen verlaat hij het kasteel en gaat op weg naar het Verboden Bos, waar Voldemort zijn kamp heeft opgezet. Onderweg spreekt hij alleen Marcel nog aan met de instructie dat Nagini vermoord moet worden, voor het geval dat ook Ron en Hermelien het niet halen. De snaai die Perkamentus aan Harry had nagelaten blijkt de Steen van Wederkeer te bevatten en in het bezit van twee van de drie relieken van de dood gaat hij op weg naar de derde. Harry gebruikt de Steen van Wederkeer om zijn Sirius, Lupos en zijn ouders bij zich te roepen om hem naar zijn eigen dood te begeleiden. Aangekomen bij Voldemort geeft Harry zich over en Voldemort doodt hem met de vloek des doods.

Harry wordt wakker in een lege omgeving waarin hij door een dichte mist lijkt te zijn omgeven. Langzaam aan vormt de omgeving zich naar het King's Cross station waar elk jaar de Zweinsteinexpres vertrekt. Daar krijgt hij gezelschap van Perkamentus die hem verteld dat hij niet dood is, maar de keuze heeft om terug te keren. Hij legt uit dat Harry niet vermoord kon worden door Voldemort, omdat Voldemort het bloed van Harry had gebruikt voor zijn wederopstanding en daarmee de bescherming van het offer van Lily niet alleen verbond aan Harry's leven maar ook aan het zijne. De vloek des doods vernietigde slechts het Gruzielement wat Harry nog in zich droeg. Perkamentus vertelt Harry over zijn eigen zoektocht naar de Relieken en dat hij de Relieken niet waardig bleek, maar dat Harry de ware meester van de Relieken is, omdat hij ze zo onzelfzuchtig heeft gebruikt.

Harry wordt wakker in het bos, maar doet alsof hij dood is, omdat hij zich nog steeds in het hol van de leeuw bevindt. Voldemort laat hem naar het kasteel dragen door Hagrid, die gevangen is genomen, maar ook aan Hagrid laat Harry niets merken. Bij het kasteel aagekomen laat Voldemort Harry's lichaam zien en eist de overgave van Zweinstein. Marcel maakt zich los uit de menigte, maar wordt al snel ontwapend en naar Voldemort gebracht. Felix, de oude feniks van Perkamentus, brengt Marcel de sorteerhoed waaruit hij het zwaard van Griffoendor haalt en onthooft Nagini. Hierna barst de strijd opnieuw los, maar waar de verdedigers van Zweinstein eerst aan de verliezende hand waren, krijgen ze nu hulp van de magische wezens uit het verboden bos en van de huis-elfen, waardoor ze juist de overhand krijgen.

Uiteindelijk draait het uit op een gevecht tussen Harry en Voldemort in de Grote Zaal van Zweinstein. Harry treitert Voldemort en verteld hem dat de reden dat de Zegevlier Voldemort nog steeds niet gehoorzaamt is dat Harry zelf de meester is van de Zegevlier, omdat hij Draco Malfidus heeft verslagen tijdens het gevecht in Villa Malfidus. Voldemort gelooft hem niet en vuurt nogmaals een vloek des doods op Harry af, terwijl Harry 'Expelliarmus' gebruikt. De twee spreuken ketsen tegen elkaar, de teruggeketste vloek des doods doodt Voldemort en de Zegevlier vliegt naar zijn ware meester. Alle overgebleven aanhangers van Voldemort worden gevangen genomen en de oorlog is ten einde gekomen.

Je browser ondersteunt geen javascript, schakel javascript in of installeer een browser die wel javascript ondersteunt om de pagina goed te kunnen bekijken